Powerrrles

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Powerrrles

3.1

Oprichting NSDAP

• Leider Adolf Hitler
• Eén partij en één leider (Führer)* (begrip: leiderbeginsel)
• Nationalisme
• Militarisme
• Anticommunisme
• Racisme en antisemitisme

3.1

1 juli 1932 NSDAP grootste partij in Duitsland

 

30 januari 1933 Hitler rijkskanselier

Machtigingswet: wet die aan Hitler de macht gaf om Duitsland zonder tussenkomst van het parlement te besturen*

3.1

Hitler en de NSDAP nadat zij de macht kregen

• Verbod andere politieke partijen
• Concentratiekampen
• Inzetten knokploegen, politie en geheime dienst
• Censuur
• Verenigingen en vakbonden onder hand van nazi's
• Indoctrinatie

3.2

Conferentie van München: bijeenkomst in 1938 waarbij Groot-Brittannië en Frankrijk toestonden dat Hitler Sudetenland innam, op voorwaarde dat Hitler zou afzien van verdere veroveringen*

3.2

Asmogendheden: Duitsland, Italië en Japan: de landen die elkaar tijdens de Tweede Wereldoorlog als bondgenoten steunden.

 

Niet aanvalsverdrag met Rusland

3.2

Interneringskamp: kamp waar burgers of militairen zonder proces worden opgesloten om ze buiten de samenleving te houden; vergelijkbaar met een concentratiekamp, maar dan meestal gebruikt voor Japanse kampen, bijvoorbeeld in Nederlands-Indië.

3.2

Blitzkrieg

Collaboratie

Verzet

3.2

Winter 1942-1943: slag bij Stalingrad

 

6 juni 1944 D-day

Na de zelfdoding van Hitler geeft Duitsland zich over

3.3

19e eeuw kwam nationalisme op, leidt tot andere vorm antisemitisme

 

'Joden zijn ander volk'

(Onterecht) wantrouwen overheerst

3.3

Uitsluiting, gewelddadige vervolging en de massamoord op de Joden

3.4

Ook Nederland werd bezet door de Duitsers, gevolgen:

• Politiek-bestuurlijk: Duits bestuur zonder democratie of parlement

• Economisch: Nederlandse mannen moesten in Duitsland werken. Ook veel producten naar Duitsland

• Cultureel: de Duitsers schaften de vrijheid van meningsuiting af en voerden censuur in.

• Het dagelijks leven: het leven in oorlogstijd was zwaar, door onvrijheid, schaarste en oorlogsgeweld

3.4

Rond 1960 meer herdenking voor de slachtoffers

• In Jeruzalem vond het proces plaats tegen Adolf Eichmann, besef dat 'gewone' ambtenaren hadden mee gewerkt aan de massamoord én hoe doordacht deze was

• Historici toonden aan dat weinigen zich tegen de Jodenvervolging hadden verzet. Was niet bijna iedereen medeverantwoordelijk voor de Holocaust?

• Er verschenen steeds meer boeken en films over de Holocaust. Daardoor konden mensen zich veel beter inleven in de Joden. Het besef groeide dat Joden geen ‘gewone’ oorlogsslachtoffers waren, maar mensen die systematisch waren vervolgd en gedood omdat ze als ‘minderwaardig’ waren gezien

Oefenen met bronvraag

Kahoot

Ga naar Kahoot en vul de code in

Oefentoets in Teams! Bericht bij problemen