Nederlands

Contaminatie en verkeerde voorzetsels
Mathilda en Robynn
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Contaminatie en verkeerde voorzetsels
Mathilda en Robynn

Slide 1 - Diapositive

Vekeerde voorzetsels
Betekenis veranderen
Combinaties stampen
Oefenen met zinnen

Slide 2 - Diapositive

Voorbeeld
Fout: Interesse hebben voor iets
Goed: Interesse hebben in iets    

Slide 3 - Diapositive

Vervang het verkeerde voorzetsel
Hij is geïntreseerd aan Nederlands
A
In
B
met
C
voor
D
Naar

Slide 4 - Quiz

Wij gaan ... de training
A
Voor
B
Van
C
Naar
D
Voorbij

Slide 5 - Quiz

Ik ben dol .... muziek
A
In
B
met
C
op
D
voor

Slide 6 - Quiz

Contaminatie
- Onjuist combineren van 2 of meer uitdrukkingen
- nieuwe foutieve uitdrukking

Slide 7 - Diapositive

Voorbeeld
Fout: "De spijker op de kop slaan" 
Goed: "De nagel op de kop slaan" 

Slide 8 - Diapositive

Methode
-Woordenlijst maken: Maak een lijst van veelvoorkomende contaminaties en hun correcte vormen.
-Lezen en luisteren: Let op contaminaties in boeken, artikelen of podcasts.

 


Slide 9 - Diapositive

Wat is de goede vorm van: 'We moeten de handen ineenslaan'?
A
We moeten de handen in elkaar slaan.
B
We moeten samenwerken.
C
We moeten de handen samenvoegen.
D
We moeten de handen samen brengen.

Slide 10 - Quiz

Welke zin bevat een contaminatie?
A
Hij zit met zijn neus in de boter.
B
Hij is met zijn neus in de zaken gevallen.
C
Hij heeft het onder controle.
D
Hij wil het weten.

Slide 11 - Quiz

Wat is de fout in de zin: 'Dat is de druppel die de emmer laat overlopen.'
A
Laat.
B
Dat is de druppel.
C
De emmer laat overlopen.
D
De zin is helemaal goed.

Slide 12 - Quiz