Havo 3 la négation

La négation
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

La négation

Slide 1 - Diapositive

Les objectifs du cours
Een Franse zin ontkennend maken

Slide 2 - Diapositive

De ontkenning (niet/geen)
In het Nederlands = Niet/geen
In het Frans 2 woorden: Ne ... pas
Je zet deze om de persoonsvorm heen:

Je mange = Ik eet
Je ne  mange pas = Ik eet niet (mange=pv)

Nous donnons beaucoup = wij geven veel.
Nous ne donnons pas beaucoup. = Wij geven niet veel

Slide 3 - Diapositive

Maak de volgende zin ontkennend door ''ne'' en ''pas'' aan de zin toe te voegen. Schrijf de hele zin op.
On chante bien. = men zingt goed

Slide 4 - Question ouverte

Maak de volgende zin ontkennend door ''ne'' en ''pas'' aan de zin toe te voegen. Schrijf de hele zin op.
Tu marches vite. = jij loopt snel

Slide 5 - Question ouverte

Maak de volgende zin ontkennend door ''ne'' en ''pas'' aan de zin toe te voegen. Schrijf de hele zin op.
Nous voyageons au Maroc cet été. = wij reizen naar Marokko deze zomer.

Slide 6 - Question ouverte

Les négations: Er zijn meer ontkenningen dan ''niet/geen'' 
nooit = ne/n’ … jamais
niet/geen meer = ne/n’ … plus
nog niet = ne/n’ … pas encore
niemand = ne/n’ … personne
niets = ne/n’ … rien
helemaal niet = ne/n’ … pas du tout
nooit meer = ne/n’ … plus jamais




Deze moet je gewoon leren

Slide 7 - Diapositive

Let op!
Na een ontkenning verandert het lidwoord (un/une/du/de la/ de l’/des) in DE of D’ (voor klinker of stomme H)

Exemple: Je fais du sport  Je ne fais pas de sport.
   Je bois de l’eau  Je ne bois jamais d’eau
   Je mange des chips  Je ne mange plus de chips


Slide 8 - Diapositive

Hoe zou je c'est ontkennend moeten maken (met ne ... pas)?

Slide 9 - Question ouverte

Uitzonderingen
C'est = Het is
Ce n'est pas = het is niet


Slide 10 - Diapositive

Zelf oefenen!

Slide 11 - Diapositive

Maak de zin ontkennend met de ontkenning die tussenhaakjes staat. Schrijf de hele zin over.
- Je fais mes devoirs (nooit)

Slide 12 - Question ouverte

Maak de zin ontkennend met de ontkenning die tussenhaakjes staat. Schrijf de hele zin over.
- il travaille dans une entreprise (niet meer)

Slide 13 - Question ouverte

Maak de zin ontkennend met de ontkenning die tussenhaakjes staat. Schrijf de hele zin over.
- Vous faites aujourd'hui (niets)

Slide 14 - Question ouverte

Maak de zin ontkennend met de ontkenning die tussenhaakjes staat. Schrijf de hele zin over.
- Vous arrivez tard (nog niet)

Slide 15 - Question ouverte

Maak de zin ontkennend met de ontkenning die tussenhaakjes staat. Schrijf de hele zin over.
- Tu marches la promenade (niet/geen)

Slide 16 - Question ouverte

Ik snap nu de ontkenningen en ik denk als ik leer dat ik de ontkenning goed kan toepassen.
Oui
Un peu
Non

Slide 17 - Sondage