literatuurgeschiedenis 2
Noem in een woord het kenmerk van elk van de tijdvakken middeleeuwen, renaissance, verlichting en romantiek.
1 / 16
Éléments de cette leçon
Noem in een woord het kenmerk van elk van de tijdvakken middeleeuwen, renaissance, verlichting en romantiek.
Slide 1 - Question ouverte
Slide 2 - Vidéo
Waarom is 'hebban olla vogela' het begin van de Nederlandse literatuurgeschiedenis?
Slide 3 - Question ouverte
Waarom waren boeken in de middeleeuwen zo duur?
A
Deze werden met de hand geschreven.
B
Perkament was zeldzaam.
C
Uitgeverijen waren uitbuiters.
D
Monniken vroegen woekerprijzen.
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Vidéo
Hoe verklaar je dat Jan Everaert zichzelf Janus Secundus noemt in de Renaissance?
A
Hij werd altijd tweede tijdens wedstrijden.
B
Hij wilde anoniem publiceren.
C
Dat klonk Latijn en dat wilde men nabootsen in de Renaissance.
D
Hij vond zijn eigen naam niet mooi.
Slide 6 - Quiz
Hoe verklaar je dat nieuwe ideeën en verhalen ineens sneller verspreid werden in de Renaissance?
A
Luther trok veel rond in Europa.
B
Erasmus had een brug gebouwd in Rotterdam.
C
Er werd meer geroddeld na de Middeleeuwen.
D
De boekdrukkunst zorgde daarvoor.
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Diapositive
Waarom is de vorige afbeelding typisch voor de Renaissance?
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Lien
Wie was de vader des Vaderlands?
A
Willem van Oranje.
B
Filips de Tweede.
C
Balthasar Gerards.
D
Prins Bernhard.
Slide 11 - Quiz
Wanneer is het Wilhelmus ontstaan? In de Middeleeuwen, Renaissance, Verlichting, Romantiek?
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Vidéo
Hoe verklaar je de titel van Bredero's toneelstuk 'De Spaanse Brabander'?
A
Toen gingen veel Brabanders al naar Salou.
B
In die tijd werden we overheerst door Spanje.
C
Er is geen speciale reden voor.
D
Spanje was toen een kolonie van Nederland.
Slide 14 - Quiz
Waarom baseerde Hooft zich op een Grieks blijspel voor 'Warenar'?
Slide 15 - Carte mentale
Hoofts en Bredero's teksten waren echt Renaissancistisch t.o.v. de rederijkers. Waarom?
