Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Persoonlijk voornaamwoord in de 1e, 3e en 4e naamval
Het persoonlijk voornaamwoord
1 / 26
suivant
Slide 1:
Diapositive
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
26 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Het persoonlijk voornaamwoord
Slide 1 - Diapositive
Eerst even herhalen:
Wat weet je nog van de naamvallen?
Slide 2 - Diapositive
Waar staan de naamvallen ook alweer voor?
Waar staat de eerste naamval voor?
A
gezegde
B
onderwerp
C
lijdend voorwerp
D
meewerkend voorwerp
Slide 3 - Quiz
Waar staan de naamvallen ook alweer voor?
Waar staat de vierde naamval voor?
A
gezegde
B
onderwerp
C
lijdend voorwerp
D
meewerkend voorwerp
Slide 4 - Quiz
Waar staan de naamvallen ook alweer voor?
Waar staat de derde naamval voor?
A
gezegde
B
onderwerp
C
lijdend voorwerp
D
meewerkend voorwerp
Slide 5 - Quiz
Naamvallen zijn dus eigenlijk gewoon:
A
werkwoorden
B
zinsdelen
C
zelfstandige naamwoorden
D
persoonlijke voornaamwoorden
Slide 6 - Quiz
nog een keer:
Naamvallen zijn eigenlijk ' gewoon'
zinsdelen:
1ste naamval = het onderwerp
3de naamval = het meewerkend voorwerp
4de naamval = het lijdend voorwerp
Slide 7 - Diapositive
Weet je nog hoe we de zinsdelen in een zin vinden?
gezegde?
onderwerp?
lijdend voorwerp?
meewerkend voorwerp?
Slide 8 - Diapositive
Persoonlijk voornaamwoorden
Wat zijn dat ook alweer en ken je ze nog?
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Door welk persoonlijk voornaamwoord kun je 'Sonja' vervangen?
A
er
B
sie
C
es
Slide 11 - Quiz
Door welk persoonlijk voornaamwoord kun je ' das Fahrrad' vervangen?
A
er
B
sie
C
es
D
Slide 12 - Quiz
Door welk persoonlijk voornaamwoord kun je ' der Junge' vervangen?
A
er
B
sie
C
es
D
Slide 13 - Quiz
Der Mann hat ……..(haar) ein Geschenk gegeben
A
sie
B
ihr
C
ihnen
Slide 14 - Quiz
Wer hat ..... (jullie) gestern so viel Hausaufgaben gegeben? Das war Frau Schmidt.
A
ihr
B
euch
C
ihnen
Slide 15 - Quiz
Meine Mutter tanzt gern.
..... (zij) tanzt jeden Tag!
A
sie
B
ihr
C
Ihnen
Slide 16 - Quiz
Das ist mein Vater. Kennst du ...... (hem)?
A
er
B
ihm
C
ihn
Slide 17 - Quiz
Was hat er .... (jou) gegeben?
A
du
B
dir
C
dich
Slide 18 - Quiz
Ich habe (hem) ______nicht gesehen
Slide 19 - Question ouverte
Ich gebe (jou) _______ einen Tipp
Slide 20 - Question ouverte
(Zij) ______ kann (jou)____ den Weg zeigen.
Slide 21 - Question ouverte
Warum antwortest (jij mij) ___________ nicht?
Slide 22 - Question ouverte
Wann hast du (haar) _______ gesehen.
Slide 23 - Question ouverte
Sollen wir (u) ______ die Karte schicken?
Slide 24 - Question ouverte
(Het)_____ regnet, deshalb gibt (hij haar) _________ einen Regenschirm
Slide 25 - Question ouverte
Bitte schreib (mij) _______ schnell zurück.
Slide 26 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
3T Naamvallen 1, 3 en 4 persoonlijk voornaamwoorden
Mars 2022
- Leçon avec
27 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3-5
Naamvallen 1, 3 en 4 persoonlijk voornaamwoorden
Février 2023
- Leçon avec
27 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3-5
Naamvallen 1, 3 en 4 persoonlijk voornaamwoorden
Mars 2022
- Leçon avec
26 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3,4
naamvallen 1, 3 en 4 persoonlijke voornaamwoorden
Février 2023
- Leçon avec
19 diapositives
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Naamvallen 1, 3 en 4 persoonlijk voornaamwoorden
Janvier 2021
- Leçon avec
25 diapositives
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
DHA3A H2 Naamvallen 1, 3 en 4 persoonlijk voornaamwoorden
Novembre 2022
- Leçon avec
30 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Grammatica naamvallen
Juin 2022
- Leçon avec
33 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
DHA3A H2 Naamvallen 1, 3 en 4 persoonlijk voornaamwoorden
Décembre 2024
- Leçon avec
30 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3