H6.1: Beïnvloedingstheorieën/discussies over de media

6.1 Hoeveel beïnvloed de media ons?
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

6.1 Hoeveel beïnvloed de media ons?

Slide 1 - Diapositive

Planning

instructie 6.1
Aan het werk
Bespreken gemaakte werk

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan je:

  1. De 4 beïnvloedingstheorieën over beïnvloeding van de media noemen.
  2. Uitleggen wat die 4 theorieën zijn/hoe ze werken.

    Slide 3 - Diapositive

    Beïnvloedingstheorieën
    Hoe groot is de invloed van media?
    Wetenschappers denken daar heel verschillend over. In dit hoofdstuk worden vier beïnvloedingstheorieën besproken:
    • De injectienaaldtheorie
    • De framingtheorie 
    • De theorie van de selectieve perceptie
    • De agendatheorie

    Slide 4 - Diapositive

    1. Injectienaaldtheorie:
    "Druppeltje voor druppeltje spuit de media ons vol met ideeën. Het publiek neemt de boodschap van media klakkeloos over"

    Bij deze theorie spelen de begrippen manipulatie en indoctrinatie een belangrijke rol.


    Slide 5 - Diapositive

    1. injectienaaldtheorie
    •   manipulatie: vervormde informatie geven zonder dat het publiek het merkt.

    • indoctrinatie: het systematisch en voortdurend opdringen van bepaalde opvattingen en meningen aan het publiek.

    Slide 6 - Diapositive

    2. Framingtheorie
    De media kunnen een onderwerp op een bepaalde manier belichten 
    – framen – 
    waardoor de wijze waarop je over het onderwerp gaan nadenken en praten wordt gestuurd. 
    Deze framing kan bewust of onbewust gedaan worden.

    Slide 7 - Diapositive

    2. Framingtheorie
    de media belichten een onderwerp op een bepaalde manier.

    Slide 8 - Diapositive

    Slide 9 - Vidéo

    3. Selectieve perceptie theorie
    de mediagebruikers maken zelf een keuze uit het aanbod van de media.

    mediagebruikers bepalen dus zelf wat ze wel of niet kijken. keuze werkt als een filter, algoritmes versterken dit.

    Je gelooft alleen wat bij je mening past.

    Slide 10 - Diapositive


    Agendatheorie
    De media hebben (door de hoeveelheid aandacht die ze aan bepaalde onderwerpen besteden)  invloed op waar mensen over praten en wat mensen belangrijk vinden, maar hebben media geen directe invloed op hoe mensen over deze onderwerpen denken. 


    Slide 11 - Diapositive

    Maken van opdrachten
    Wat ga je doen? 

    Opdracht 9/10/12 blz 78/79



    Klaar?  Maak de begrippenlijst + samenvatting
    timer
    10:00

    Slide 12 - Diapositive

    Les 2
    Beïnvloedingstheorieën

    Slide 13 - Diapositive

    planning
    - Wat weet je nog? (quiz)
    - Maken opdracht 6.1
    - Bespreken opdrachten 6.1

    Slide 14 - Diapositive

    Volgens welke theorie heeft de media weinig invloed op mensen? Mensen bepalen volgens deze theorie zelf wat ze willen horen en zien.
    A
    injectienaaldtheorie
    B
    framingtheorie
    C
    theorie van selectieve perceptie
    D
    de agendatheorie

    Slide 15 - Quiz

    "Squid Game massaal nagespeeld op de basisschool: ‘Ouders realiseren zich niet wat de impact is’"

    Welke theorie over de invloed van media past het beste bij deze titel?
    A
    injectienaaldtheorie
    B
    framingtheorie
    C
    selectieve perceptie
    D
    agendatheorie

    Slide 16 - Quiz

    Bij welke theorie passen deze uitspraken het
    beste?
    A
    De injectienaald theorie
    B
    De framingtheorie
    C
    De theorie van de selectieve perceptie
    D
    De agendatheorie

    Slide 17 - Quiz

    In ieder journaal gaat het over corona dus in mijn familie wordt er ook veel over gepraat.
    A
    Injectienaaldtheorie
    B
    framingtheorie
    C
    Selectieve perceptie
    D
    Agendatheorie

    Slide 18 - Quiz

    Welk woord is een voorbeeld van framing?
    A
    Coronavirus
    B
    avondklok
    C
    straatagent
    D
    plofkip

    Slide 19 - Quiz

    Slide 20 - Diapositive

    Welk begrip past het beste bij de foto op de vorige dia?
    A
    indoctrinatie
    B
    manipulatie
    C
    selectieve perceptie

    Slide 21 - Quiz

    Maken van opdrachten
    Wat ga je doen? 
    Blz.75: 1/2/4 (vorige les)
    blz. 78/79: 9 t/m 13
    extra:
    Begrippenlijst
    timer
    15:00

    Slide 22 - Diapositive