Humor

Bij Kern 3H        Stijlfiguren
Les 6 Spot (blz. 28)
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Bij Kern 3H        Stijlfiguren
Les 6 Spot (blz. 28)

Slide 1 - Diapositive

Wat is humor en wat is spot? 
Van Dale: Oog en gevoel voor vrolijk makende tegenstrijdigheden tussen voorkomen en bedoeling of betekenis van zaken, handelingen en gebeurtenissen. 

spotten: 'de spot drijven met iemand of iets' - iemand voor gek zetten of voor de gek houden. Sterkere vorm: iets/iemand belachelijk maken (ironie / sarcasme)

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Wat is het doel van 'spottend' zijn?

Slide 4 - Carte mentale

De spot drijven - belachelijk maken
- in de literatuur
- in het dagelijks leven
- in de politiek?

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

3 vormen
ironie
sarcasme
cynisme

Slide 7 - Diapositive

Ironie:  milde spot, schertsend
– De spellingregeling over de tussen-n, daar hebben ze nou echt hun best op gedaan.
– Steeds weer klinkt de roep om een apart ironieteken, bijvoorbeeld het omgekeerde vraagteken. Maar de ironie wil dat zo’n teken al lang bestaat: de smiley.

Slide 8 - Diapositive

Sarcasme: bijtende, scherpe spot, kwetsend

– Je hebt heel hard gewerkt op je mobieltje, zei hij sarcastisch, maar kun je mij toch even helpen met tafeldekken?

Slide 9 - Diapositive

Cynisme: wrede, bittere spot, zwartgallig

– Ach, een hond is tenminste goedkoper dan een kind.
– Tja, als je een paar wedstrijden niet scoort heeft niemand meer belangstelling voor je, zei hij cynisch.

Slide 10 - Diapositive

Verschil in karakter en in sterkte.

Cynisme komt vaak voort uit een (pijnlijk...) ongeloof in het goede van de mens, of uit een gevoel van machteloosheid vermengd met woede.

Slide 11 - Diapositive

Dat mevrouw Wagemaker humor gaat uitleggen in een droge Lessonup, is wel een beetje...
A
sarcastisch
B
ironisch
C
cynisch
D
dodelijk

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Deze grap is
A
cynisch
B
ironisch
C
sarcastisch

Slide 14 - Quiz

Handig van jou om geen sleutel mee te nemen.
A
Ironisch
B
Sarcastisch
C
Cynisch

Slide 15 - Quiz

Ach, niemand gaat deze tekst lezen. Iedereen lijdt tegenwoordig toch aan een infofarct.
A
Ironisch
B
Sarcastisch
C
Cynisch

Slide 16 - Quiz

Goh, de vorige keer had je een betere smoes toen je te laat kwam.
A
Ironisch
B
Sarcastisch
C
Cynisch

Slide 17 - Quiz

Jij stond zeker achteraan toen de intelligentie werd uitgedeeld.
A
Ironisch
B
Sarcastisch
C
Cynisch

Slide 18 - Quiz

Wat een geweldige jongens, om iemand die al op de grond ligt te trappen en te slaan.
A
Ironisch
B
Sarcastisch
C
Cynisch

Slide 19 - Quiz

Stijlfiguren
Bij het maken van humoristische teksten, beelden of sketches gebruiken schrijver beelden en zinswendingen met humor erin. Stijlfiguren zijn manieren om met taal bewust af te wijken van de gebruikelijke betekenis. 

Slide 20 - Diapositive

Soorten stijlfiguren
climax, anticlimax, hyperbool, understatement, eufemisme, woordspeling, repetitio, anafoor, tricolon (=de drieslag)

Slide 21 - Diapositive

hyperbool = iets heel erg overdrijven (berg opwaarts)

anti-climax = opsomming af laten nemen (berg af...) 

understatement = veel zwakker uitdrukken

eufemisme = verzachtend/verhullend uitdrukken

woordspelingen = woordgrappen, woorden veranderen

Slide 22 - Diapositive

                                    voorbeelden:
Ik schrok me dood! Hij ligt te sterven van verveling!

Hij is wereldberoemd... uhm tja, in onze stad dan ! 

De Duitsers waren in 1940 in ons land niet echt welkom.

Zelfdoding of suicide in plaats van zelfmoord zeggen

Drink met maten - nooit alleen ! 


Slide 23 - Diapositive