§ 2.3 Ruil, scholing en specialisatie

§ 2.3 Ruil, scholing en specialisatie
Waarom is specialisatie goed voor de economie?
Wie moet zich waarin specialiseren?

Kernwoorden:
- arbeidsproductiviteit
- specialisatie / arbeidsdeling


1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

§ 2.3 Ruil, scholing en specialisatie
Waarom is specialisatie goed voor de economie?
Wie moet zich waarin specialiseren?

Kernwoorden:
- arbeidsproductiviteit
- specialisatie / arbeidsdeling


Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Ruil, scholing en specialisatie
Als er geen sprake is van ruil, moet iedereen zelf produceren waar je behoefte aan hebt. Iedereen kan echter in meer behoeften voorzien als mensen zich scholen en specialiseren in iets waar ze goed in zijn en dan met andere mensen ruilen. 
Door scholing en specialisatie (en arbeidsdeling) neemt de arbeidsproductiviteit toe.


Slide 4 - Diapositive

Arbeidsdeling en arbeidsproductiviteit
De arbeidsproductiviteit is de productie per werknemer in een bepaalde tijdseenheid. 

De gemiddelde arbeidsproductiviteit 
in een bedrijf kan door arbeidsdeling 
omhoog.

Slide 5 - Diapositive

Voorbeeld 1
Je wast auto’s op zaterdag. Je kunt 1 auto per uur wassen (inclusief stofzuigen / waxen).

Je arbeidsproductiviteit is dus 1 auto per uur. Als dat bijvoorbeeld €10 oplevert, kun je de arbeidsproductiviteit in euro’s uitdrukken: apt = €10 per uur.

Slide 6 - Diapositive

Een vriendje wil wel helpen. Hij zuigt terwijl jij wast. Je kunt dan met z’n tweeën 4 auto’s per uur doen. 
De arbeidsproductiviteit per persoon per uur is dan 
..............................................................................................

Slide 7 - Diapositive

Een vriendje wil wel helpen. Hij zuigt terwijl jij wast. Je kunt dan met z’n tweeën 4 auto’s per uur doen. 
De arbeidsproductiviteit per persoon per uur is dan 
4/2 = 2 auto’s (€ 20)

Slide 8 - Diapositive

Specialisatie
Door specialisatie en arbeidsdeling ligt de arbeidsproductiviteit hoger en de kosten dus ......................... Het lijkt dus logisch je te specialiseren in iets waar je het best in bent en dan vervolgens met anderen te ruilen (die weer ergens anders het beste in zijn).

Slide 9 - Diapositive

Specialisatie
Door specialisatie en arbeidsdeling ligt de arbeidsproductiviteit hoger en de kosten dus lager. 
Het lijkt dus logisch je te specialiseren in iets waar je het best in bent en dan vervolgens met anderen te ruilen (die weer ergens anders het beste in zijn).

Slide 10 - Diapositive

Voorbeeld 2
Roos en Bart hebben een klein ‘bedrijfje’ in het wassen van auto’s en fietsen.
Hoeveel tijd ze voor elke activiteit nodig hebben, staat hieronder. 

Slide 11 - Diapositive

Stel dat ze beiden 3 auto’s en 6 fietsen wassen.
Benodigde tijd:





Slide 12 - Diapositive

Stel dat ze beiden 3 auto’s en 6 fietsen wassen.
Benodigde tijd:







Slide 13 - Diapositive

Vervolgens gaan ze aan arbeidsdeling doen.

Wie doet wat?

Roos is in beide sneller, maar in auto’s is ze ........................
keer zo snel en in fietsen is ze ............................ keer zo snel. 

Ze is dus relatief het snelste in ................................ wassen.

Slide 14 - Diapositive

Vervolgens gaan ze aan arbeidsdeling doen.
Wie doet wat?

Roos is in beide sneller, maar in auto’s is ze 50 / 40 = 1,25 keer zo snel en in fietsen is ze 30 / 15 = 2 keer zo snel. 

Ze is dus relatief het snelste in fietsen.

Slide 15 - Diapositive

Nu wordt de benodigde tijd:




Dezelfde productie kan dus door arbeidsdeling sneller worden gedaan. 
De gemiddelde arbeidsproductiviteit is dus ..............................

Slide 16 - Diapositive

Nu wordt de benodigde tijd:




Dezelfde productie kan dus door arbeidsdeling sneller worden gedaan. De gemiddelde arbeidsproductiviteit is dus gestegen.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Vidéo