Ecologie voor duikers

Welkom
"Ecologie gaat over de relatie van organismen met hun omgeving."

Verplaats je een organisme op deze afbeelding. Noteer zo veel mogelijk (zichtbare of onzichtbare) omgevingsfactoren die voor jou van belang zijn. 



duikvereniging octopus 2025

1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieBeroepsopleiding

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Welkom
"Ecologie gaat over de relatie van organismen met hun omgeving."

Verplaats je een organisme op deze afbeelding. Noteer zo veel mogelijk (zichtbare of onzichtbare) omgevingsfactoren die voor jou van belang zijn. 



duikvereniging octopus 2025

Slide 1 - Diapositive

biotisch: levend/dood
abiotisch: levenloos

Slide 2 - Diapositive

Abiotisch
Biotisch

Slide 3 - Question de remorquage

Ik denk dat ik nu wel het verschil tussen abiotisch en biotische factoren snap.
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Sondage

biotisch: voedselketen
= wordt gegeten door

Slide 5 - Diapositive

met snoek
zonder snoek

Slide 6 - Diapositive

als de snoek verdwijnt dan...
= wordt gegeten door
minder
 snoeken
meer 
kleine vis 
minder watervlooien
meer 
algjes 

Slide 7 - Diapositive

water bij een wrakje is helderder?
1 driehoeksmossel filtert 5-400ml water per uur!

Slide 8 - Diapositive

Ik snap dat in een voedselketen energie/biomassa wordt doorgegeven én dat verstoring van deze keten grote gevolgen kan hebben.
😒🙁😐🙂😃

Slide 9 - Sondage

voedselpiramide
Bij een duik in de oosterschelde zie je minder haaien en zeehonden (geen) dan organismen lager in de voedselketen.

waarom? Niet alleen, omdat ze schuw zijn

Slide 10 - Diapositive

Energiestroom
oh neeee!!! We gaan het makkelijk maken

Vertel je buur: 
  • Wat heb je allemaal gegeten vandaag?
  • Hoeveel denk je dat je bent aangekomen vandaag?


Slide 11 - Diapositive

Energiestroom
  1. je eet
  2. een deel poep je uit
  3. een deel verbruik je 
  4. wat overblijft kom je aan

Slide 12 - Diapositive

Conclusie
Bij elke schakel in de voedselketen gaat energie (warmte) en biomassa (CO2) verloren

Slide 13 - Diapositive

wat eet ik?
Met welke voedsel belast je de oceaan het minst denk je? 

  1. zeewier
  2. mosselen
  3. ansjovis
  4. tonijn

waarom?


Slide 14 - Diapositive

Ik kan nu thuis uitleggen waarom het eten van mosselen (ecologisch) duurzamer is dan het eten van tonijn.
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Sondage

CO2
Nitraat, Fosfaat
reducenten (bacterie en schimmels)
consumenten (dieren)
producent 
(planten)

Slide 16 - Diapositive

Producenten: maken met behulp van m.n. fotosynthese organische stoffen zoals eiwitten, vetten, koolhydraten, DNA

Slide 17 - Diapositive

consumenten: eten andere organismen
herbivoren
(planteneters)
omnivoren
(planteneters)

Slide 18 - Diapositive

consumenten: eten andere organismen
carnivoren
(vleeseters)
Als je weet wat een dier eet kun je 'm makkelijker vinden... Zeker specialisten. (harlekijnslak eet mosdiertjes bv)

Slide 19 - Diapositive

CO2
Nitraat, Fosfaat
reducenten (bacterie en schimmels)
consumenten (dieren)
producent 
(planten)

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Ik begrijp hoe in de voedselkringloop stoffen gerecycled worden én hoe overbemesting kan leiden tot algenbloei en vissterfte
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Sondage

Andere relaties
Concurrentie
Symbiose:
  • mutualisme
  • commensalisme
  • parasitisme

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Slide 25 - Vidéo

Slide 26 - Vidéo

Concurrentie
  • Leefruimte
  • Voedsel
  • Een partner

Slide 27 - Diapositive

Symbiose
twee soorten die een (meestal langdurige) relatie met elkaar hebben

mutualisme
commensalisme
parasitisme

Slide 28 - Diapositive

voordeel
neutraal
nadeel
voordeel
mutualisme
commensalisme
parasitisme
soort 1
soort 2

Slide 29 - Diapositive

Mutualisme is een vorm van symbiose, waarbij allebei de soorten voordeel hebben van de relatie. Een win win situatie dus.
Voorbeelden van mutualisme
heremietkreeft zorgt voor woonplaats, vers water en voedsel

de zeerasp zorgt voor bescherming (netelcellen)

Slide 30 - Diapositive

Mutualisme is een vorm van symbiose, waarbij allebei de soorten voordeel hebben van de relatie. Een win win situatie dus.
Voorbeelden van mutualisme

Slide 31 - Diapositive

Commensalisme is een vorm van symbiose, waarbij één van de soorten voordeel heeft van de relatie en de ander maakt het niet zo veel uit. (geen voordeel en geen nadeel)
de zeepok gebruikt de mossel als woonplaats. De mossel ondervind hiervan geen hinder
Remora vissen zwemmen mee en eten de restjes van de haai.

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Vidéo

Parasitisme is een vorm van symbiose, waarbij één van de soorten voordeel heeft van de relatie en de ander een nadeel. (boek: exploitatie)
Voorbeelden van parasieten en gastheer

Slide 34 - Diapositive

Er zijn duidelijke verschillen tussen parasitisme en predatie.
-  Meestal is de parasiet klein ten opzichte van de gastheer. De predator is meestal groot vergeleken met de prooi.

-  de prooi wordt gedood, de gastheer heeft schade, maar blijft in leven, nehalve bij ernstige besmettingen (een parasiet heeft niets aan een dode gastheer)

Slide 35 - Diapositive

Video-opdracht
Neem wat hieronder staat over in je schrift of in word. Vul tijdens de video de juiste vorm in. Kies uit: Predator-prooi, mutualisme, commensalisme, parasitisme, concurrentie

Sardine - zeeleeuw
Sardine - tonijn
Tonijn - zeeleeuw
Vogel - tonijn
Sardine - vogel
Haai - zeeleeuw
Haai - dolfijn
Walvis - Sardine

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Vidéo

Video-opdracht
Neem wat hieronder staat over in je schrift of in word. Vul tijdens de video de juiste vorm in. Kies uit: Predator-prooi, mutualisme, commensalisme, parasitisme, concurrentie

Sardine - zeeleeuw
Sardine - tonijn
Tonijn - zeeleeuw
Vogel - tonijn
Sardine - vogel
Haai - zeeleeuw
Haai - dolfijn
Walvis - Sardine

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

abiotisch: waarom is het water helder in januari, dan troebel 
biotisch:   weer is het doorzicht weer redelijk in de zomer?

Slide 40 - Diapositive