H.2Koppelww. of hulpww-havo2

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les weet je hoe je koppel- en hulpwerkwoorden kunt herkennen


1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les weet je hoe je koppel- en hulpwerkwoorden kunt herkennen


Slide 1 - Diapositive

Een naamwoordelijk gezegde bevat altijd één koppelwerkwoord (kww)
Wie weet de koppelwerkwoorden nog?
zijn, 
worden, 
blijven, 
blijken, 
lijken, 
schijnen.

Slide 2 - Diapositive

AIs het naamwoordelijk gezegde maar één werkwoord bevat, dan is dat dus een koppelwerkwoord.

Als er meer werkwoorden in de zin staan, zijn de overige werkwoorden allemaal hulpwerkwoord (hww).


Het koppelwerkwoord staat dan vaak achter in de zin.

Slide 3 - Diapositive

Let op:
• In een zin met een naamwoordelijk gezegde staat altijd een koppelwerkwoord en in een zin met een werkwoordelijk gezegde staat altijd een zelfstandig werkwoord.

• Als er meer dan één werkwoord in de zin staat, is de persoonsvorm altijd een hulpwerkwoord.

Slide 4 - Diapositive

Voorbeelden:
– Van dit mooie weer worden (kww) we vanzelf [vrolijk].
– Van dit mooie weer zijn (hww) we vanzelf [vrolijk] geworden (kww).
– Van dit mooie weer zullen (hww) we vanzelf [vrolijk] geworden (kww) zijn (hww).

Het woordje vrolijk staat tussen vierkante haakjes. Hoe noemen we dit?

Slide 5 - Diapositive

Het woordje vrolijk staat tussen vierkante haakjes. Hoe noemen we dit?

Slide 6 - Question ouverte

Wat geeft een naamwoordelijk deel weer?

Slide 7 - Question ouverte

Gebruik bij het maken van de opdrachten de theorie op blz. 62

Maken:
Gramm. woordsoorten
zelfstandige ww, koppel en hulpww

blz. 62
startopdr. + opdr. 1 t/m 5

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?


Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................

Slide 10 - Diapositive