H1.2 - Les 2: Het Nederlandse weer verklaard

4 MAVO
Hoofdstuk 1
Het weer en het klimaat
Paragraaf 2
Het NL'se weer verklaard
---
M. Zeelenberg
zlb@st-maartenscollege.nl
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

4 MAVO
Hoofdstuk 1
Het weer en het klimaat
Paragraaf 2
Het NL'se weer verklaard
---
M. Zeelenberg
zlb@st-maartenscollege.nl

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?
Korte herhaling H1.1
Start paragraaf 2: Het Nederlandse weer verklaard

MORGEN: SE BESPREKEN

Slide 2 - Diapositive

Regels in de les
  • Er is maximaal één iemand aan het woord.
  • Je steekt altijd je vinger op als je iets wilt zeggen.
  • We gaan met respect met elkaar en elkaars spullen om.
  • Telefoons staan op stil en zitten in je tas of broekzak.
  • Zorg dat je al je spullen bij je hebt: Schrift, werkboek & lesboek.

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen van gisteren
  1. Je kan de 5 weerselementen noemen.
  2. Je kan voor elk weerselement aangeven hoe je dit meet en in welke eenheid je dit aangeeft.
  3. Je kan in 3 stappen beschrijven hoe neerslag ontstaat.
  4. Je kan verband uitleggen tussen UV-straling en bewolkingsgraad.
  5. Je kan verband uitleggen tussen zonnekracht en bewolkingsgraad.
  6. Je kan uitleggen waarom er verschillende seizoenen zijn.
  7. Je kan de seizoenen op het noordelijk en zuidelijk halfrond benoemen aan de hand van een afbeelding met de stand van de aarde om de zon.

Slide 4 - Diapositive

Je kan de 5 weerselementen noemen.
Weerselementen - Het weer wordt beïnvloed door elementen.
  1. Wind
  2. Neerslag
  3. Temperatuur
  4. Bewolkingsgraad
  5. Luchtdruk
Hoe beïnvloeden deze het weer?

Slide 5 - Diapositive

Je kan in 3 stappen beschrijven hoe neerslag ontstaat.


1. Lucht stijgt op/verdampen
2. Lucht koelt af/condenseren
3. Kan minder waterdamp bevatten

Slide 6 - Diapositive

Je kan uitleggen waarom er verschillende seizoenen zijn.

Je hebt verschillende seizoenen, maar waarom zijn er verschillende seizoenen?

Slide 7 - Diapositive

Je kan de seizoenen op het noordelijk en zuidelijk halfrond benoemen aan de hand van een afbeelding met de stand van de aarde om de zon.

Slide 8 - Diapositive

Lesdoelen van vandaag
  1. Je kan het verschil noemen tussen weer en klimaat.
  2. Je kan twee verklaringen geven voor het feit dat het bij de evenaar warmer is dan bij de polen.
  3. Je kan de volgende 4 temperatuurfactoren uitleggen hoe deze het klimaat beïnvloeden.
              Breedteligging, hoogteligging, gesteldheid van het    
              aardoppervlak & aanlandige/aflandige wind.

Slide 9 - Diapositive

WEER EN KLIMAAT

Het weer is de temperatuur, neerslag en wind op een bepaald moment.

Het klimaat is het gemiddelde in weer over een lange periode (30 tot 40 jaar).

Slide 10 - Diapositive

KLIMAAT
Klimaatdiagram van Nederland

Slide 11 - Diapositive

Temperatuur over de wereld

Slide 12 - Diapositive

5 temperatuurfactoren
Temperatuurfactoren bepalen de temperatuur ergens op aarde.
  1. Breedteligging
  2. Hoogteligging
  3. Gesteldheid v/h aardoppervlak
  4. Aanlandige/aflandige wind
  5. Zeestromen

Slide 13 - Diapositive

1. Breedteligging
Hoe dichter bij de evenaar, hoe warmer.
  1. Op lage breedte ( = dichtbij evenaar) verwarmen zonnestralen een kleiner oppervlak.
  2. Op lage breedte reist een zonnestraal korter door de dampkring (figuur 7)

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

2. Hoogteligging
Hoe hoger, hoe kouder. -- 
        Als je 100 meter stijgt, daalt de temperatuur met 0,6 graden.

Slide 16 - Diapositive

3. Gesteldheid van het aardoppervlak
  • Land wordt sneller koud en sneller warm dan water.
  • Land en water hebben invloed op de temperatuur van de lucht erboven.
  • Als een stad aan het water ligt zijn de verschillen kleiner.

Slide 17 - Diapositive

Strand - water temperatuur?
Strand - water temperatuur?

Slide 18 - Diapositive

Binnenland
Aan de kust

Slide 19 - Diapositive

4. Aanlandige/aflandige wind
  • Aanlandige wind matigt de temperatuur (zomer koel, winter zacht).
  • Aflandige wind zorgt voor groter temperatuurverschil tussen zomer en winter.

Aanlandige wind is wind die aan land komt.
Aflandige wind is wind die van land komt.

Slide 20 - Diapositive

Aanlandige wind --> grote verschillen

Slide 21 - Diapositive

WIND OP AARDE

Slide 22 - Diapositive

Aflandige wind
Aanlandige wind

Slide 23 - Diapositive

Temperatuurfactoren

Slide 24 - Diapositive

Je kan de volgende 4 temperatuurfactoren uitleggen hoe deze het klimaat beïnvloeden.
Lees H1.2 in je tekstboek en werk uit:
  1. Breedteligging
  2. Hoogteligging
  3. Gesteldheid van het aardoppervlak
  4. Aanlandige/aflandige wind

Slide 25 - Diapositive

Aan de slag!
  • Lees H1.2: Het Nederlandse weer verklaard.
  • Maak de kennen- en kunnenlijst; 17 t/m 19.
Regels wanneer je aan het werk bent:
  • Je werkt alleen en in stilte.
  • Je steekt je vinger op als je iets wilt vragen.
  • GEEN TELEFOONS.

Slide 26 - Diapositive

HUISWERK MORGEN
Maak de kennen- en kunnenlijst: 17 t/m 19.

Slide 27 - Diapositive

Zijn er nog vragen?
Je kunt ze klassikaal stellen
Je kunt mij mailen; zlb@st-maartenscollege.nl
Je kunt me altijd opzoeken op school; 
aanwezig op maandag t/m donderdag

Slide 28 - Diapositive