Scheidbare werkwoorden

Twee werkwoorden
Staan er twee werkwoorden in de zin? Dan schrijf je het scheidbare werkwoord als één woord. Het scheidbare werkwoord staat op de laatste plaats in de zin. 



1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2MBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Twee werkwoorden
Staan er twee werkwoorden in de zin? Dan schrijf je het scheidbare werkwoord als één woord. Het scheidbare werkwoord staat op de laatste plaats in de zin. 



Slide 1 - Diapositive

Het scheidbare werkwoord

Deze hond vindt het niet leuk dat we hem uitlachen!

uitlachen      =   lachen  +  uit

scheidbaar             werkwoord + voorzetsel
werkwoord

Slide 2 - Diapositive

Tijd voor quizvragen:

Slide 3 - Diapositive

Ik heb het eten klaargemaakt!

Wat is het scheidbare werkwoord?
timer
0:20
A
klaargemaakt
B
maken
C
klaar
D
klaarmaken

Slide 4 - Quiz

Ik ben opgegroeid in een dorp!

Wat is het scheidbare werkwoord?
timer
0:20
A
groeien
B
groeien op
C
opgroeien

Slide 5 - Quiz

Jullie stonden pas om acht uur op.

Wat is het scheidbare werkwoord?
timer
0:10
A
staan op
B
opstaan
C
stonden
D
stonden op

Slide 6 - Quiz

timer
1:00
Schrijf een zin in de verleden tijd met een scheidbaar
werkwoord.

Slide 7 - Carte mentale

Ik ........ een briefje voor mijn docent ..... (ophangen)
timer
1:00

Slide 8 - Question ouverte

Zij ....... haar kamer vanavond ......
(opruimen)
timer
1:00

Slide 9 - Question ouverte

Ik ....... mijn vriend ......
(ophalen)
timer
1:00

Slide 10 - Question ouverte

Mohamed ....... de les uit het boek ......
(overschrijven)
timer
1:00

Slide 11 - Question ouverte

Maak zoveel mogelijk nieuwe werkwoorden
timer
1:00
passen
schuiven
drinken
pakken
nemen
bellen
maken
in
op
aan
af
uit
voor

Slide 12 - Question de remorquage

Wil je nog iets weten over scheidbare werkwoorden?
Schrijf het antwoord op:

Slide 13 - Diapositive

Doel:

Na deze les:
  • herken ik meer scheidbare werkwoorden
  • weet ik hoe ik zinnen maak met scheidbare werkwoorden.

Slide 14 - Diapositive


Herken en gebruik jij scheidbare werkwoorden?
0100

Slide 15 - Sondage





Hard gewerkt!

Goed gedaan!

Slide 16 - Diapositive