4.1 Stroomkring 2kt

SCIENCE

Pak je Chromebook, je boeken en je etui.
Meld je daarna aan bij LessonUp.

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

SCIENCE

Pak je Chromebook, je boeken en je etui.
Meld je daarna aan bij LessonUp.

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?

  • Opstarten (5 min)
  • Herhalen (5 min)
  • Stroomkring uitleg (15 min)
  • Opdrachten 4.1 maken 
(15 min)

Slide 2 - Diapositive

4.2 Spanningsbronnen
Wat zijn spanningsbronnen?
Een spanningsbron zorg er voor dat de stroom gaat lopen. 
Het is de motor van de stroomkring.
  • Batterij
  • Accu
  • Stopcontact (230 V)
Elke spanningsbron heeft zijn eigen spanning
Spanning meet je in Volt (V)

Slide 3 - Diapositive

Kan een lampje van 6 V aangesloten worden op een batterij van 9 V?
A
Ja kan altijd
B
Nee kan nooit
C
Ja kan met een serie geschakelde weerstand
D
Ja kan met een parallel geschakelde weerstand

Slide 4 - Quiz

Wat is de spanning?
A
2,1 V
B
10,5 V
C
21 V

Slide 5 - Quiz

Wat is de spanning?
A
2,3 V
B
11,5 V
C
23 V

Slide 6 - Quiz

Wat is de spanning?
A
2,4 V
B
12 V
C
24 V

Slide 7 - Quiz

Hoe gaat 4.2?
Ga naar 4.2 en maak test jezelf.


Klaar?
Start met het lezen en maken van 4.1




Slide 8 - Diapositive

4.1 Stroomkring
In een stroomkring loopt de stroom van plus naar min.

De stroomsterkte geeft aan hoeveel stroom er door de draad loopt. Dit meet je in ampère (A)

Slide 9 - Diapositive

Deze stroomkring is ..........
A
gesloten
B
verbonden
C
open
D
ongeschakeld

Slide 10 - Quiz

Isolatoren en geleiders

Slide 11 - Diapositive

Wat is een geleider?
A
Een soort metaal
B
Stoffen waar een elektrische stroom doorheen kan lopen
C
Stoffen waar geen elektrische stroom doorheen kan lopen
D
Een apparaat dat stroom doorgeeft

Slide 12 - Quiz

Schakelschema

Slide 13 - Diapositive

Schakelschema
  • Met een schakelschema kun je een stroomkring tekenen.
  • Hiervoor gebruik je symbolen. Een aantal voorbeelden zie je hieronder:

Slide 14 - Diapositive

In een schakelschema is dit het symbool voor een....
A
schakelaar
B
lamp
C
amperemeter
D
batterij

Slide 15 - Quiz

In een schakelschema is dit het symbool voor een
A
schakelaar
B
lamp
C
ampèremeter
D
batterij

Slide 16 - Quiz

Spanningsmeter en stroommeter
De stroommeter (ampère meter) geeft 0,025 A aan.
De spanningsmeter (volt meter) geeft 2,0 V aan.

Slide 17 - Diapositive

Spanningsmeter en stroommeter
  • Een spanningsmeter meet de spanning tussen twee punten, stroom gaat niet door de meter.
  • Een stroommeter meet de stroomsterkte door een draad, stroom gaat wel door de meter.

Slide 18 - Diapositive

De stroommeter wordt ook
A
Ampère meter genoemd
B
Volt meter genoemd

Slide 19 - Quiz

Nu zelf aan de slag
Maak de opdrachten van 4.1 online of in je boek.

Lees de plusstof zelfstandig door om opdracht 14 en 15 te maken.


Klaar?
Maak test jezelf van 4.1

Slide 20 - Diapositive