MH - Tekstverbanden en signaalwoorden

Afspraken in de klas bij binnenkomst
  • Je zorgt dat je op tijd bent
  • Jas op de kapstok in de gang, petten af
  • Kauwgom in de prullenbak
  • Je pakt je spullen en legt deze klaar

Let op: de les begint zodra het gedicht wordt voorgedragen
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 25 min

Éléments de cette leçon

Afspraken in de klas bij binnenkomst
  • Je zorgt dat je op tijd bent
  • Jas op de kapstok in de gang, petten af
  • Kauwgom in de prullenbak
  • Je pakt je spullen en legt deze klaar

Let op: de les begint zodra het gedicht wordt voorgedragen

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
  1. Gedicht (5 minuten)
  2. Krant(15 minuten)
  3. Korte herhaling vorige week (5 minuten)
  4. Uitleg tekstverbanden en signaalwoorden (10 minuten)
  5. Zelf aan de slag (rest van de les)

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen + voorkennis
1. Je weet wat signaalwoorden zijn

2. Je kunt tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden

Slide 4 - Diapositive

Uitleg
Tekstverbanden: in teksten hebben woorden, zinnen en alinea's met elkaar te maken. Ze houden verband met elkaar.

Signaalwoorden: woorden die jou een signaal geven welk tekstverband aan de orde is. 

Slide 5 - Diapositive

Tekstverbanden en signaalwoorden (leerjaar 1)
Tegenstellend: maar, daarentegen, enerzijds...anderzijds....echter....
Chronologisch: voordat, tijdens, vroeger, aanvankelijk, nadat, later...
Opsommend: en, ook, in de eerste plaats, ten tweede...
Toelichtend: zoals, bijvoorbeeld, dat wil zeggen, onder andere.....

Slide 6 - Diapositive

Voorbeeld: Benoem het signaalwoord en benoem welk tekstverband erbij hoort. 
Ik houd van buitenlands eten, zoals Italiaans eten. 

Signaalwoord is : zoals

Tekstverband: voorbeeld

Slide 7 - Diapositive

Als ik op vakantie ga, pak ik mijn zwembroek, zonnebril en handdoek in.
Signaalwoord:
Tekstverband:

Slide 8 - Question ouverte

Ik ga graag op vakantie naar Italië, maar ik houd niet van pizza's.
A
Tekstverband: opsomming
B
Tekstverband: tegenstelling
C
Tekstverband: chronologisch
D
Tekstverband: voorbeeld

Slide 9 - Quiz

Nadat ik gefietst had, pakte ik een lekker glas drinken.
A
Tekstverband: opsomming
B
Tekstverband : tegenstelling
C
Tekstverband: voorbeeld
D
Tekstverband: chronologisch

Slide 10 - Quiz

Zelf aan de slag, succes!
Maak: opdracht 1, 2, 4 en 5 op bladzijde 22 van je boek. Opdracht 1 bespreken we over 15 minuten.
Tijd: tot het einde van de les. Je werkt de eerste 15 minuten in stilte.
Hulp: steek je vinger op en dan kom ik je helpen.
Klaar: kom naar mijn bureau voor een verdiepende opdracht.

Slide 11 - Diapositive