2. Is deze een vorm van 'hebben', 'zijn' of 'worden'? 3. Ja? Dan is het laatste werkwoord een voltooid deelwoord.
Voltooid deelwoorden beginnen vaak met ge-, be-, ver-, ont-, er-, her-, mis-.
Slide 10 - Diapositive
Benoem het werkwoord tussen haakjes:
Er is deze week weer veel (gebeurd).
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
Slide 11 - Quiz
Benoem het werkwoord tussen haakjes:
Vorige week (hebben) we veel geld opgehaald.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
Slide 12 - Quiz
Benoem het werkwoord tussen haakjes:
Vandaag (is) mijn pakketje gebracht.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
Slide 13 - Quiz
Spel het werkwoord tussen haakjes:
Er is deze week weer veel (gebeuren).
A
gebeurt
B
gebeurd
C
gebeurdt
Slide 14 - Quiz
Spel het werkwoord tussen haakjes: Wij hebben veel leuke dingen met haar (beleven).
A
beleefd
B
beleeft
Slide 15 - Quiz
Spel het werkwoord tussen haakjes:
Voor dat feest hebben zij zich behoorlijk (uitsloven).
A
uitgesloofd
B
uitgeslooft
Slide 16 - Quiz
Aan het werk!
Op SOM onder 'huiswerk' staat een oefenblad van les 46 (persoonsvorm verleden tijd) les 54 (voltooid deelwoord). Kies waar jij het liefst mee wilt oefenen en maak sowieso één van de twee bladen.