Gedichten

1.7 Gedichten
Vak: Nederlands 
Jaar: 1
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

1.7 Gedichten
Vak: Nederlands 
Jaar: 1

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen

Aan het einde van deze les kun je

- een gedicht herkennen
- benoemen wat de kenmerken van een gedicht zijn
- een eenvoudig kerstgedicht schrijven 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denk je aan bij het woord
gedicht?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Songtekst
Een songtekst is eigenlijk ook een gedicht, maar dan op muziek.


Een ander woord voor gedichten is poëzie.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken van gedichten
  • Woorden en zinnen van een gedicht zijn op een bijzondere manier over een bladzijde verdeeld.
  • Een gedicht heeft minder woorden dan een gewoon verhaal.
  • Soms rijmen de regels op elkaar, maar dat hoeft niet.
  • De tekst is in stukjes verdeeld = STROFEN.
  • De tekst van een gedicht wordt op een mooie, leuke of bijzondere manier verteld.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gedichten
  • Sommige woorden hebben meerdere betekenissen.
  • Woorden worden herhaald.
  • Bij het laatste woord van een versregel moet soms niet pauzeren maar doorlezen.
  • Het gedicht is opgebouwd in strofen.
  • Er staat veel wit om de regels. 

Slide 8 - Diapositive

Een strofe in een gedicht is als een 'alinea' in proza of gewone tekst, maar dan binnen een gedicht. Het is een groep van versregels die samen een eenheid vormen binnen het gedicht. Strofen kunnen bestaan uit een of meerdere regels en hebben vaak een bepaald patroon van rijm of ritme, maar dit hoeft niet altijd het geval te zijn
Gedicht                                   
  • Begin, midden, einde  
  • Centraal thema/onderwerp

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Brainstormsessie
  • Pak je pen en schrift of een vel papier
  • Schrijf woorden of zinnen op die je associeert met kerst:

    Bijvoorbeeld: kerstbomen, cadeaus, familie, sneeuw, warmte, vreugde, etc.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 1 
Moedig de leerlingen aan om hun brainstormideeën te gebruiken en een ruwe schets te maken van hun gedicht.
Laat hen experimenteren met verschillende rijmschema's, zoals AABB, ABAB, etc. (A en B staan hier voor verschillende rijmende regels) of vrije versvormen.
Help leerlingen die moeite hebben met rijmwoorden door hen synoniemen op te laten zoeken in een woordenboek of online.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 1 
Maak zelf een (strip)gedicht. Doe het zo:
  • Zoek op internet een gedicht dat jij mooi vindt.
  • Lees het goed door.
  • Maak minimaal 4 plaatjes van het gedicht op één papier.
  • Zet de zinnen van het gedicht in de plaatjes. 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 2
Maak zelf een gedicht. Doe het zo:
  • Zoek op internet een gedicht dat jij mooi vindt.
  • Lees het goed door.
  • Maak minimaal 4 plaatjes van het gedicht op één papier.
  • Zet de zinnen van het gedicht in de plaatjes. 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions