thema 'de economie' les 3

Thema 'de economie'
les 3
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Thema 'de economie'
les 3

Slide 1 - Diapositive

woordenschatlessen op A2-niveau ter voorbereiding op het inburgeringsexamen.
tellen
De kleuter telt van 1 tot 10.
winst maken
De supermarkten hebben veel winst gemaakt tijdens corona.

Slide 2 - Diapositive

De leerlingen schrijven de woorden in een woordenschrift en zetten eventueel de vertaling erbij. 

een rekening openen
Ik ging naar de bank om een rekening te openen.
geld opnemen
Bij een pinautomaat kun je geld opnemen.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

geld storten
De winkelier stort elke dag zijn geld bij een geldstortautomaat.
geld overmaken
Ik heb geld overgemaakt naar mijn spaarrekening.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

geld pinnen
Je kunt geld pinnen bij de pinautomaat.
geld uitgeven
Als zij gaat winkelen, geeft ze veel geld uit.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

geld lenen
Mijn vriend heeft geld geleend om een auto te kopen.
besteden
Zij besteedt veel geld aan kleding.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

arm <---> rijk
In een grote stad zie je vaak het verschil tussen arme en rijke mensen.
positief <---> negatief
Het bedrijf behaalde een positief / negatief resultaat.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

failliet
In deze coronatijd gaan veel bedrijven failliet.
werkloos
Ali is werkloos. Hij schrijft zich in bij het UWV.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

betekenissen

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

betekenissen

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord hoort niet in het rijtje?

A
besteden
B
geld uitgeven
C
geld lenen

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord hoort niet in het rijtje?

A
geld overmaken
B
geld pinnen
C
geld opnemen

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een zin met
"tellen".

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een zin met
"(geld) overmaken".

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een zin met
"(geld) lenen".

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een zin met
"besteden".

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een zin met
"werkloos".

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkvorm 1 - in duo's
Je krijgt van de docent een stapel kaartjes met plaatjes.
Je draait om de beurt een kaartje om en vertelt wat er op het kaartje staat. Je geeft ook de betekenis van het woord en een voorbeeldzin.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkvorm 2 - mix en ruil
Iedereen krijgt van de docent een kaartje met een plaatje. 
Als de docent zegt: 'start!' loopt iedereen door de klas.
Als de docent zegt; 'stop!' dan sta je stil en bespreekt met de persoon die bij jou in de buurt staat wat op je kaartje staat. Je geeft ook de betekenis van het woord en een voorbeeldzin.
Ben je klaar? Ruil de kaartjes en wacht totdat de docent weer zegt: 'start!'

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions