Flex H4 en 1.1 herhalen

Steden willen een creatieve stad worden. Op welke 2 manieren kan een stad dit bereiken?
1 / 15
suivant
Slide 1: Question ouverte
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Steden willen een creatieve stad worden. Op welke 2 manieren kan een stad dit bereiken?

Slide 1 - Question ouverte

De mensen die in een creatieve stad wonen hebben bepaalde kenmerken. Noem 1 sociaaleconomisch kenmerk en 1 demografisch kenmerk

Slide 2 - Question ouverte

De stedelijke bewoners van een creatieve stad zorgen voor een economische groei in de stad. Op welke manier?

Slide 3 - Question ouverte

Welk begrip past bij de volgende tekst.
De gemeente Amsterdam realiseert veel grote projecten. Het Zuidasproject, waarbij een gebied gerealiseerd wordt waar kan worden gewoond, gewerkt en gewinkeld en waar auto’s, treinen en metro’s onder de grond rijden, is een bijzonder project. De gemeente Amsterdam wil samen met het Rijk en bedrijven het Zuidasproject realiseren.
A
Regionale samenwerking
B
Private sector
C
Publiek-private samenwerking
D
Openbaar bestuur

Slide 4 - Quiz

Creatieve stad
Lokale fashioncentra en start-ups in de softwareontwikkeling zorgen
voor nieuwe werkgelegenheid in de wijk.
Bij renovatie en sloop komt een urban-miningbedrijf bouwmaterialen
inzamelen die worden hergebruikt voor nieuwbouw
Bewoners kunnen op een online portaal data bekijken over de water-, energie- en luchtkwaliteit in de wijk.
Smart city
Sustainable city

Slide 5 - Question de remorquage

In de Arnhemse wijk Klarendal ging de leefbaarheid vanaf 1960 achteruit. Leg uit waarom dit juist in die periode gebeurde. Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Slide 6 - Question ouverte

De stadsvernieuwing die in de periode 1970-1990 plaatsvond in Klarendal leidde niet tot structurele verbeteringen in de wijk. De herstructurering waarbij het Modekwartier is ontstaan, moet leiden tot een proces waarbij wel structurele verbeteringen ontstaan.
Geef aan waarom de stadsvernieuwing in de periode 1970-1990 niet tot structurele verbeteringen in de wijk Klarendal leidde.

Slide 7 - Question ouverte

Om de leefbaarheid in een wijk te verbeteren wordt vaak herstructurering toegepast.
Beredeneer hoe door herstructurering de leefbaarheid in een wijk kan verbeteren.

Slide 8 - Question ouverte

Meergezinswoning
eengezinswoning
Huurwoning
Koopwoning
Na 1990
1960
Lager opgeleid
Hoger opgeleid
Randen van de stad
Vlakbij binnenstad
Hoger inkomen
Lager inkomen/ uitkering
Mensen met migratieachtergrond

Slide 9 - Question de remorquage

Regiem en debiet
Debiet
Regiem

Het verschil van een rivier gedurende het jaar noem je het .....
De totale hoeveelheid water die een rivier op een bepaald punt afvoert, noem je het ....

Slide 10 - Question de remorquage

Een rivier ontspringt op 1125 meter hoogte. 650 kilometer verder op is de hoogte waar de rivier stroomt nog maar 480 meter. Bereken het verval en verhang. Rond af op twee decimalen.

Slide 11 - Question ouverte

Gebruik kaart 43D.
Wat voor soort rivier is de Rijn? En de Maas.
Geef per rivier aan waaraan je dat kunt zien.

Slide 12 - Question ouverte

Gebruik kaart 43B. Welke rivier heeft het grootste debiet?
Geef vanuit kaart 43A een hiervoor een reden.

Slide 13 - Question ouverte

Welk effect heeft klimaatverandering op het regiem van de Rijn en de Maas? Leg je keuze uit.

Slide 14 - Question ouverte

Hoogwater in de Rijn komt vrijwel uitsluitend in de winter voor. In de zomer komt hoogwater in de Rijn vrijwel nooit voor. Geef twee oorzaken waardoor in de zomer vrijwel nooit hoogwater in de Rijn voorkomt.

Slide 15 - Question ouverte