De chromosomen bestaan uit DNA.
Deze bepalen uiteindelijk alle erfelijke eigenschappen van je lichaam.
Een bepaald stukje van je DNA, dat iets zegt over 1 eigenschap, noem je een gen.
Je DNA bestaat uit basen, dit zijn de letters die iets over je zeggen (A-T-C-G).
Basen zijn altijd gekoppeld aan elkaar; als aan de ene kant een A zit, zit aan de andere kant een T. Zit aan de ene kant een C, dan zit aan de andere kant een G (of andersom).