Tijdens de fase van beheersing van noten en akkoorden ben je vooral bezig met het zoeken van de juiste noten/akkoorden/toetsen/snaren/etc.
Slide 7 - Diapositive
2. overgangen
wanneer je alle noten, toetsen of snaren hebt gevonden zul je merken dat je steeds meer gaat onthouden van wat je moet spelen. Het lastige is niet meer om de goede noten te vinden, maar om de overgangen tussen de verschillende akkoorden te spelen.
Slide 8 - Diapositive
3. ritme
als je alle noten en akkoorden kunt spelen en ze ook redelijk snel achter elkaar door kunt spelen, ben je toe aan het ritme. Sommige noten of akkoorden moet je langer aanhouden dan anderen. Door in het begin hardop te tellen zorg je dat dit klopt. Later zul je merken dat het tellen niet meer nodig is.
Slide 9 - Diapositive
4. samenspel
wanneer je jouw eigen partij beheerst betekent dat nog niet dat je direct ook kun samenspelen met iemand anders. Om goed samen te kunnen spelen moet je ook kunnen luisteren naar de ander, jouw ritme of tempo aan kunnen passen aan die andere partij en zorgen dat je op hetzelfde moment dezelfde akkoorden of noten speelt.