Wederkerend en wederkerig voornaamwoord

Wederkerend en wederkerig voornaamwoord 
blz. 41
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 35 min

Éléments de cette leçon

Wederkerend en wederkerig voornaamwoord 
blz. 41

Slide 1 - Diapositive

Bladzijde 41
de theorie zelf lezen

Slide 2 - Diapositive

Wederkerende werkwoorden
Wederkerend = komt terug ( Het ww slaat terug op het onderwerp.)



Slide 3 - Diapositive

Voorbeeld wederkerend ww
Ik vergis me wel eens.

Je kunt een ander niet vergissen, alleen jezelf. Daarom noem je dit een verplicht wederkerend werkwoord. 
Bij het werkwoord hoort een wederkerend voornaamwoord (me).

Slide 4 - Diapositive

wederkerend en wederkerig voornaamwoord

Slide 5 - Carte mentale

Wederkerend voornaamwoord
Komt alleen voor in combinatie met een wederkerend werkwoord, dus bijvoorbeeld
  • zich schamen 
  • zich verzetten
  • zich aanpassen


Slide 6 - Diapositive

Nu maken opdracht 17+ 18 blz. 41
timer
0:10

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Lien

Wederkerig voornaamwoord
Elkaar
(mekaar, elkander)

Slide 9 - Diapositive

Lees en leer theorie blz. 43 

Maken:
Opdracht 21  blz. 43

Klaar? Ga lezen in je leesboek of werk aan de werkplanner
timer
10:00

Slide 10 - Diapositive

Wat hebben we nu behandeld? 
  • zinsontleden (pv, ond, wwg, lv, mv, bwb)
  • woordsoorten (werkwoord, lidwoord, zelfstandig naamwoord enz.)
  • hulpwerkwoorden en zelfstandige werkwoorden
  • Voegwoorden (nevenschikkend en onderschikkend) 
  • wederkerend en wederkerig vnw

Slide 11 - Diapositive

Nakijken

Slide 12 - Diapositive

Verplicht wederkerend ww
  • Slaat terug op het onderwerp
  • wederkerend voornaamwoord (me, zich, ons, je)
  • het wederkerend voornaamwoord kan niet vervangen worden door een ander woord (pers. vnw/ zn). 

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Toevallig wederkerend ww
Er zijn ook werkwoorden die wederkerend gebruikt kunnen worden, zoals verwonden
  • Ik verwondde me aan de groenteschaaf. (wederkerend)
  • Ik verwondde mijn broertje met de grasmaaier. (niet-wederkerend)

Slide 15 - Diapositive

Vragen?
Over wederkerend en wederkerig voornaamwoord

Slide 16 - Diapositive