Les 6 - herhaling wederkerende werkwoorden

Vandaag 22 januari
  • Herhalen wederkerende werkwoorden
  • 2 havo aan de slag met herhalingsopdrachten
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Vandaag 22 januari
  • Herhalen wederkerende werkwoorden
  • 2 havo aan de slag met herhalingsopdrachten

Slide 1 - Diapositive

Werkwoordelijk gezegde
  • alle werkwoorden in de zin (incl. pv);
  • "te" of "aan het" horen bij het wwg als ze voor een ww staan;
  • als er een uitdrukking in de zin staat
                     bv. Hij staat wortel te schieten
  • dan hoort de hele uitdrukking bij het wwg. 

Slide 2 - Diapositive

Wederkerende werkwoorden
Wederkerend = komt terug
Het werkwoord slaat terug op het onderwerp.

Slide 3 - Diapositive

Voorbeeld wederkerend ww
Ik vergis me wel eens.

Je kunt een ander niet vergissen, alleen jezelf. Daarom noem je dit een verplicht wederkerend werkwoord. 
Bij het werkwoord hoort een wederkerend voornaamwoord (me).

Slide 4 - Diapositive

Verplicht wederkerend ww
  • Slaat terug op het onderwerp
  • wederkerend voornaamwoord (me, zich, ons, je)
  • het wederkerend voornaamwoord kan niet vervangen worden door een ander woord (pers. vnw/ zn). 

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Toevallig wederkerend ww
Er zijn ook werkwoorden die wederkerend gebruikt kunnen worden, zoals verwonden
  • Ik verwondde me aan de groenteschaaf. (wederkerend)
  • Ik verwondde mijn broertje met de grasmaaier. (niet-wederkerend)

Slide 8 - Diapositive

wwg en wed ww.
  • Het wederkerend voornaamwoord (me, zich, je) van een verplicht wederkerend werkwoord hoort bij het werkwoordelijk gezegde.
  • Wanneer het een toevallig wederkerend werkwoord is, hoort dit voornaamwoord niet bij het gezegde en is het een lijdend voorwerp.

Slide 9 - Diapositive

Hoe herken ik een wed.ww?
  1. Voeg "zelf" toe aan het wederkerend vnw.
  2. Vervang het wederkerend vnw. door een persoon of ding.

Slide 10 - Diapositive

Voorbeeld
  • Ik verwondde me tijdens het koken.
  • Ik verwondde mezelf tijdens het koken
  • Ik verwondde mijn zuster tijdens het koken.

verwonden is een toevallig wederkerend werkwoord: 'me' is een LV

Slide 11 - Diapositive

Chahid slooft zich altijd enorm uit voor Frans.
Is 'zich' wwg of lv?

Slide 12 - Question ouverte

Ik heb me vergist bij het berekenen van die makkelijke som.
Is 'me' lv of wwg?

Slide 13 - Question ouverte

Hij klampt zich vast aan een stuk drijfhout.
Is zich wwg of lv?

Slide 14 - Question ouverte

Derk levert zich niet uit aan het arrestatieteam.
Is 'zich' wwg of lv?

Slide 15 - Question ouverte

Kortom...
  1. Kijk of je "zelf" en een andere persoon toe kan voegen aan het wederkerend vnw.
  2. Ja? Heb je te maken met een toevallig wederkerend werkwoord dan lv.
  3. Nee? dan een verplicht wederkerend werkwoord dan wwg

Slide 16 - Diapositive