H3A C5§8Wederkerend en wederkerig voornaamwoord

Wederkerend en wederkerig voornaamwoord 
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 35 min

Éléments de cette leçon

Wederkerend en wederkerig voornaamwoord 

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
  • Kun je de wederkerende en wederkerige voornaamwoorden herkennen en benoemen.
  • Ken je het verschil tussen een wederkerend en wederkerig voornaamwoord
  • Weet je wat een verplicht en een toevallig wederkerend werkwoord is.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Het wederkerend vnw
Het wederkerend voornaamwoord is ZICH: me, je, ons, u

De persoon die het onderwerp is --> komt in een andere vorm terug.





Slide 4 - Diapositive

Wederkerende werkwoorden
Wederkerend = komt terug ( Het ww slaat terug op het onderwerp.)



Slide 5 - Diapositive

Voorbeeld wederkerend ww
Ik vergis me wel eens.

Je kunt een ander niet vergissen, alleen jezelf. Daarom noem je dit een verplicht wederkerend werkwoord. 
Bij het werkwoord hoort een wederkerend voornaamwoord (me).

Slide 6 - Diapositive

Wederkerend voornaamwoord
Komt alleen voor in combinatie met een wederkerend werkwoord, dus bijvoorbeeld
  • zich schamen 
  • zich verzetten
  • zich aanpassen


Slide 7 - Diapositive

Verplicht of toevallig wederkerende ww
Verplicht
  • zich schamen 
  • zich verzetten
  • zich aanpassen
Toevallig (mezelf, jezelf, zichzelf, onszelf)
  • Zich amuseren 
  • Zich bezeren


Slide 8 - Diapositive

Verplicht wederkerend ww
  • Slaat terug op het onderwerp
  • wederkerend voornaamwoord (me, zich, ons, je)
  • het wederkerend voornaamwoord kan niet vervangen worden door een ander woord (pers. vnw/ zn). 

Slide 9 - Diapositive

Toevallig wederkerend ww
Er zijn ook werkwoorden die wederkerend gebruikt kunnen worden, zoals verwonden
  • Ik verwondde me aan de groenteschaaf. (wederkerend)
  • Ik verwondde mijn broertje met de grasmaaier. (niet-wederkerend)

Slide 10 - Diapositive

Wederkerig voornaamwoord
Elkaar
(mekaar, elkander)

Slide 11 - Diapositive

Wat zijn wederkerig voornaamwoorden?
Elkaar  (of mekaar, elkander) laat zien dat twee personen een wederzijdse relatie hebben of een handeling verrichten:

vb 1 - Zij geven elkaar/mekaar/elkander een hand.
vb 2 - Mijn klasgenoot en ik zullen elkaar overhoren voor de toets.
vb 3 - De jongens zijn aan elkaar gewaagd.

Slide 12 - Diapositive

Aan de slag
Opdracht 1 t/m 3
Klaar? Nakijken 

Slide 13 - Diapositive