Activiteiten les 3

1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Brede ontwikkeling 
Ontwikkelingsgerichte activiteiten zijn activiteiten die de brede ontwikkeling van de kinderen of jongeren stimuleren.

Brede ontwikkeling omvat: de cognitieve ontwikkeling, de lichamelijke ontwikkeling, de sociale en emotionele ontwikkeling en ook de creatieve en culturele ontwikkeling.

Slide 2 - Diapositive

Hoe pas je ontwikkelingsstimulering toe?
  • Gericht kijken naar het kind
  • Aansluiten bij de zone van naaste ontwikkeling
  • Spel verrijken
  • Oog hebben voor talent

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Zone van de naaste ontwikkeling
In interacties met kinderen kan de pedagogisch medewerker de ontwikkeling stimuleren door mee te doen aan en te helpen bij de activiteiten. Die begeleiding is het meest zinvol en effectief als deze zich afspeelt in een zone van naaste ontwikkeling.  

Hiermee wordt een activiteit bedoeld die zich tussen twee niveaus bevindt. Dus tussen het niveau van de actuele ontwikkeling (dit is het niveau waarbij het kind een activiteit al zelfstandig, op eigen kracht, kan volbrengen.) en van de naaste of nabije ontwikkeling ligt ( dit is het niveau waarbij het kind bij de activiteit ondersteuning krijgt). 
Het gebied daartussen is een zone van naaste ontwikkeling, een activiteit die uitdagingen en kansen biedt om een kind verder te brengen. 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Lev Vygotski (1896-1934)
Wat je zelfstandig kan, is de actuele ontwikkeling. Waar je hulp bij nodig hebt, is de naaste ontwikkeling.
Het gebied ertussen is de zone van naaste ontwikkeling: activiteiten die je nog niet zelfstandig kan, maar wel wanneer je sociale ondersteuning krijgt bij de uitvoering ervan.

Je wordt op je zone van de naaste ontwikkeling aangesproken door (ondersteund) aanbod dat net boven je niveau ligt: niet te makkelijk, wel uitdagend, maar niet te moeilijk. Daarbij wordt de steun op een niveau steeds meer afgebouwd, totdat iemand het zelf kan. 

Slide 10 - Diapositive

Vygotsky
  • Vygotsky zegt dat cognitieve ontwikkeling wordt beïnvloed door interactie (sociaal)+ omgeving waarin je opgroeit (cultureel).
  • Rolmodel = ouders en begeleiders doen dingen voor, zodat kinderen ze na doen.
  • Zone van de naaste ontwikkeling
kinderen leren het beste als je ze uitdaagt 
met iets wat ze nog net niet begrijpen.

Slide 11 - Diapositive

Zone van de naaste ontwikkeling

Slide 12 - Diapositive

Ontwikkelingsstoornis
 Zonder de juiste begeleiding zal hun ontwikkeling tot stilstand komen. Dat komt doordat de ontwikkelingsstoornis de zone van naaste ontwikkeling aantast. 

Het kind heeft geen of minder vermogen zich verder te ontwikkelen en zonder intensieve begeleiding zal het kind zich geen nieuwe vaardigheden eigen maken. Het kind blijft hangen in zijn huidige ontwikkelingsstadium.

Slide 13 - Diapositive

Begeleiden bij achterstand
  • Leren door ervaring
  • Intensieve begeleiding nodig
  • Zone van naaste ontwikkeling: wat het kind net niet kan, gaat met hulp wel

Slide 14 - Diapositive

Wat is de zone van de actuele ontwikkeling?

Wat is de zone van de naaste ontwikkeling?
          Afbeelding 1                 Afbeelding 2                  Afbeelding 3

Slide 15 - Diapositive

Leren in de zone van de naaste ontwikkeling

Slide 16 - Diapositive

Ontwikkeling stimuleren
  • Uitdagende buitenruimte
  • Uitdagende en leerrijke binnenruimte
  • Uitdagende materialen aanbieden
  • Mix van vrij spel en begeleide activiteiten
  • Kindvolgend werken
  • Aansluiten bij 'zone van naaste ontwikkeling'
  • Kansen grijpen en creëren 

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Ontwikkelingsgericht onderwijs
legt de nadruk op de ontwikkeling van de persoonlijke identiteit van kinderen. Zingeving en de brede persoonsontwikkeling zijn belangrijke uitgangspunten. Bij ontwikkelingsgericht onderwijs (OGO) is het van belang dat kinderen uitstijgen boven hun huidige niveau, naar de zone van naaste ontwikkeling.

Slide 19 - Diapositive

 Principes OGO
  • Zone van naaste ontwikkeling
  • Brede persoonsontwikkeling
  • Kind is ontwikkelbaar
  • Zingeving
  • Reflecteren en observeren

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Het thema – de verpakking van een beredeneerd aanbod

Het thema is de aankleding, verpakking van het beredeneerde aanbod en zorgt voor verbinding met passende inhouden in een betekenisvolle context. Denk aan: Sinterklaas en rijmen, de supermarkt en geld of de boerderij en meten (oppervlakte en omtrek).


Slide 22 - Diapositive


Thematisch werken biedt samenhang tussen de verschillende activiteiten en is goed voor de stimulering van de taalontwikkeling. Binnen een thema kunnen kinderen woordbetekenissen herhalen en toepassen.

Slide 23 - Diapositive

Voordelen van thematisch werken:
  • Zorgt voor betrokkenheid
  • Biedt ruimte aan vele invalshoeken
  • Geeft inhoud en betekenis
  • Haalt de werkelijkheid van buiten naar binnen
  • Vergroot het sociale contact tussen kinderen

Slide 24 - Diapositive

Welke thema's

Slide 25 - Carte mentale

Thematisch werken 
1. Past bij de ontwikkeling van een kinderen, waarbij alle zintuigen worden ingezet en een kind door betekenisvolle contexten de wereld steeds beter leert begrijpen. 
2. Een grote valkuil bij de keuze voor en inrichting van een thema is dat we ons richten op de aankleding en ‘leuke’ activiteiten. 
3. Echter vormen de doelen de basis en is een thema nodig om bepaalde doelen betekenisvol te kunnen maken. 
4. Kennis van de ontwikkelingslijnen is daarbij noodzakelijk om een beredeneerd aanbod voor jouw groep te kunnen samenstellen

Slide 26 - Diapositive

Het tot stand komen van een thema
Een thema moet dus aansluiten bij jouw groep. Daarvoor heb je als pedagogisch medewerker een aantal vragen te beantwoorden:
1. Wat is de betekenis van dit thema voor een kind?
2. Welke eigen beleving kan een kind koppelen aan dit thema?
3. Welke ‘doe-‘behoefte levert dit thema op?



Slide 27 - Diapositive

Bewust introduceren

Het is van belang om het thema bewust te introduceren. Je kunt kinderen prikkelen en enthousiasmeren. Laat kinderen ideeën inbrengen voor de invulling van het thema. Dat versterkt de betrokkenheid maar ook de motivatie. Middels een kringgesprek met open vragen kom je te weten wat er bij kinderen leeft. Wat kunnen we met dit thema doen? Het blijkt toch altijd weer dat we te snel voor kinderen gaan denken in plaats van met kinderen gaan denken. Kinderen zijn namelijk erg fantasie- en vindingrijk.

Slide 28 - Diapositive

“Juf, we kunnen graven en op zoek gaan naar een schat?”
Waar denken ze aan? Wat weten ze al? En kijk ook welke bewegingen en gebaren ze maken bij het uitleggen van hun kijk op een thema?  
Tevens lenen prentenboeken zich uitstekend bij het introduceren en verdiepen van een thema. Daarnaast kun je het prentenboek inzetten bij de invulling van begrijpend luisteren.

Samen met de kinderen kom je tot een keuze en kun je hen betrekken bij de verdere invulling. 

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Thema voorbereiden
Als je met kinderen het thema hebt bepaald en ideeën hebt verzameld, kun je aan de slag met het vertalen van inhouden naar leerervaringen (verhalen, hoeken, materialen, buitenspel). Het is belangrijk om vanuit de doelen de activiteiten te bepalen. Maak gebruik van bronnen die je kunnen ondersteunen voor de verdere invulling.

Slide 31 - Diapositive

Betekenisvol leren
Passende materialen bij het thema zijn van groot belang om kinderen betekenisvol te laten leren. Zorg dat je zelf niet alles kant en klaar hebt, laat juist kinderen hierin een belangrijke rol hebben. Behalve dat ze materialen verzamelen, kunnen ze ook dingen zelf maken. Hierdoor krijgt een thema nog meer betekenis.
Wanneer kinderen in het thema gebracht zijn, komt het leren vanzelf. Er worden actief verbindingen gemaakt tussen eigen ervaringen en de werkelijke wereld.

Slide 32 - Diapositive

Spel
Binnen een thema is spel de motor van ontwikkeling en komen alle ontwikkelingsdomeinen samen. Kinderen willen beleven en spelen de handelingen van de volwassen wereld na. Geef kinderen de ruimte om in een vertrouwde omgeving, die uitnodigt tot activiteit, te experimenteren. 
Zorg voor voldoende variatie, zodat spel wordt uitgelokt en ze nieuwe ervaringen kunnen opdoen. 
Kleuters zijn van nature nieuwsgierig, willen de nieuwe leeromgeving verkennen en ontwikkelen zich door het spel.

Slide 33 - Diapositive

Hoeken

De hoeken hebben een duidelijke functie waarin ze zonder al te veel sturing aan de slag kunnen.
In de basishoeken (huishoek en bouw-/constructiehoek) komen spel en leren samen. Neem je thema eens mee naar buiten en bedenk hoe je er buiten mee verder kan.

Slide 34 - Diapositive

Duur van een thema

Geef kinderen de tijd om leerervaringen op te doen. Basisspel ontstaat vaak pas na een eerste week. Het is dan ook aan te raden om voor een thema minimaal vijf weken vrij te maken. 

Slide 35 - Diapositive

Globaal zou je de volgende indeling daarbij kunnen hanteren

Week 1: Weten wat er speelt… Gebruik deze week voor de verkenning, het gesprek, de introductie (prentenboek/verhaal) om het thema een eerste inhoud te geven.

Week 2: Inrichten van de hoeken en het aanbod: Welke ervaringen gaan kinderen opdoen? Waar worden ze door geprikkeld?
Week 3: Focus op spel in hoeken en aanbod. Maak uitstapjes of zorg voor een prikkelende activiteit die ze zelf kunnen voortzetten in de hoeken

Slide 36 - Diapositive

Vervolg
Week 4: Doorontwikkelen van hoeken en aanbod

Week 5: Idem 4
Week 6: Afronding van het thema. 

Plan geen nieuw aanbod, maar observeer wat dit thema heeft gedaan met de kinderen. Wat zie je ze doen in de hoeken? Welk spel is ontstaan? En welke inbreng hebben ze kunnen laten zien?  

Slide 37 - Diapositive