Het lijdend voorwerp en Weihnachten :)

De 4e naamval 

Ofwel het lijdend voorwerp

En ook genoemd; het Akkusativ 

Lernziele (leerdoelen) 

- Weten jullie hoe je een Akkusativ (lijdend voorwerp) uit een zin moeten herleiden?

- Herkennen jullie de verandering van het lidwoord wanneer het zelfstandig naamwoord in het Akkusativ (lijdend voorwerp) staat?

Kunnen jullie het lidwoord van het zelfstandig naamwoord invoegen, wanneer dit zelfstandig naamwoord in het Akkusativ (lijdend voorwerp) staat?

Kunnen jullie de verandering van het persoonlijk voornaamwoord toepassen wanneer deze persoon in het Akkusativ (lijdend voorwerp) staat? 

In deze les 

Verwerken jullie een aantal opgaven die betrekking hebben op de 4e naamval. 

Voorkennis 

- Kennis van het onderwerp in een zin (nominativ) 

- Kennis van de Der- en Ein- Gruppe 

Eerste naamval

vierde naamval

lijdend voorwerp

onderwerp

Akkusativ

Nominativ

Herhaling: Bij de Akkusativ (4e) komt er alleen dan een "einen" of "den" wanneer het....zijn.

1. mannelijke woorden
2. vrouwelijke woorden
3. onzijdige woorden
4. woorden in de meervoud

Hoe vindt je de 4e naamval het lijdend voorwerp (Akkusativ) in een zin?

1. WAT + gezegde + onderwerp
2. wie of wat + gezegde
3. AAN/VOOR wie + gezegde + onderwerp

De 4e naamval/Akkusativ wordt ook toegepast ná de voorzetsels

1. an/auf/über/vor/zwischen
2. durch/für/gegen/ohne/um/bis
3. Na geen enkel voorzetsel
4. aus/bei/mit/nach/seit/von/zu

Welche Präposition gehört zum Akkusativ (=4e)?

1. mit
2. zu
3. ohne
4. zwischen

Wat betekent Nominativ en Akkusativ (in de juiste volgorde)?

1. lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp
2. meewerkend voorwerp en onderwerp
3. onderwerp en meewerkend voorwerp
4. onderwerp en lijdend voorwerp

Was bedeutet Akkusativ?

1. eerste naamval
2. tweede naamval
3. derde naamval
4. vierde naamval

Akkusativ is

1. Onderwerp
2. Lijdende vorm
3. Meewerkende vorm

(mijn).........Stuhl (m) ist kaputt

1. meine
2. meinen
3. mein
4. meiner

Ich sehe morgen........(de) Film (m)

1. den
2. der
3. des
4. die

(zijn).........Vater findet.........Tür (v) nicht

1. seiner/der
2. seinen/die
3. sein/die
4. seinen/der

Ich suche........(het) Restaurant (o)

1. den
2. das
3. die
4. der

Er hat.........(een) Buch (o) und.........(een) Stift (m)

1. ein/einen
2. ein/ein
3. eine/einen
4. einer/ein

Hoe vind je de 'Akkusativ'?

Welches sind die Akkusativräpositionen?

4de naamval: Akkusativ

männlich

weiblich

sächlich

Mehrzahl

das

die

die

den

Habt ihr für (ich).........ein Geschenk?

1. mein
2. meinen
3. ich
4. mich

Er geht nach Hause ohne (uns)........

1. uns
2. euch
3. ihr
4. wir

Wir treffen (er).......im Messepark

1. er
2. ihn
3. ihm
4. mich

Ich kann (du)........nich gut hören

1. dich
2. mich
3. du
4. dein

Lernziele erreicht? 

- Weten jullie hoe je een Akkusativ (lijdend voorwerp) uit een zin moeten herleiden? 

- Herkennen jullie de verandering van het lidwoord wanneer het zelfstandig naamwoord in het Akkusativ (lijdend voorwerp) staat?

Kunnen jullie het lidwoord van het zelfstandig naamwoord invoegen, wanneer dit zelfstandig naamwoord in het Akkusativ (lijdend voorwerp) staat?

Kunnen jullie de verandering van het persoonlijk voornaamwoord toepassen wanneer deze persoon in het Akkusativ (lijdend voorwerp) staat?