Maatwerk th2: lesson 3

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t, havo, vwo
• Leerjaar 1,2

Today's Lesson

Recap: woordvolgorde en past continuous

Recap: opdrachten

- woordvolgorde, past continuous en past simple

- Grammatica: past simple

- Grammatica: combineer past simple en past continuous

- Kahoot: past simple en past continuous

Goal: You will be able to use the past continuous and the past simple via the sentence structure method you have already learned in the previous lesson

Recap: Wat is de woordvolgorde in Engels?

Recap: Geef een voorbeeld van een past continuous

Recap: Geef een voorbeeld van een past simple

Notes

Lees je notities even door van vorige week over de woordvolgorde en past continuous.

Notes

Hoe maak je de past continuous?

Hoeveel werkwoorden heb je nodig?

In welke tijd staat/staan dit/deze werkwoord(en)?

Notes

Hoe maak je de past simple?

Hoeveel werkwoorden heb je nodig?

In welke tijd staat/staan dit/deze werkwoord(en)?

Notes

Woordvolgorde

wie -        doet     -    wat       -    waar      -   wanneer

Past Continuous

Combine:

Past simple + Past continuous

- De past simple en de past continuous kunnen met elkaar samen werken in een zin

- De korte activiteit is de past simple en de langere activiteit is de past continuous; korte activiteit is past simple, langere activiteit is past continuous.

- De korte activiteit (past simple) kan de langere activiteit dan ook onderbreken (past continuous)

Combine:

Past simple + Past continuous

De korte activiteit (past simple) kan de langere activiteit dan ook onderbreken (past continuous)

For example:

- He was doing his homework when he saw a rainbow

- They were talking about football when Michael got angry

- A wasp stung me when I was having lunch

Combine:

Past simple + Past continuous

De korte activiteit (past simple) kan de langere activiteit dan ook onderbreken (past continuous)

De formule is:

past continuous + when + past simple

                                of

past simple + when + past continuous

Now you:

Past simple + Past continuous

Bedenk een zin waarin je deze formule toepast; gebruik de past simple en past continuous, en zorg er voor dat je when niet vergeet. Hou de notities van de woordvolgorde erbij

1.

2.

3.

4.

5.

6.

7.

play.kahoot.it