Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
lezen
Slide 1 - Diapositive
lesdoelen
Aan het einde van deze les(sen) kun je:
-de kernzin van een alinea aanwijzen
- kun je aangeven of het tekstdoel van een tekst OVERTUIGEN is
Slide 2 - Diapositive
In een spiksplinternieuw hotel in Berlijn zijn gasten die een bezoek brengen aan het toilet van het restaurant van buitenaf te zien. Het zou gaan om een architectonische fout. De toiletten bevinden zich aan de zijkant van het gebouw en hebben een groot raam. Omdat het gebouw nog geen tien verdiepingen telt, zijn de wc-bezoekers van buitenaf goed te zien. Verschillende voorbijgangers hebben een foto genomen van mensen die op de wc hun behoefte doen.
De belangrijkste zin van deze tekst is:
In een spiksplinternieuw hotel in Berlijn zijn gasten die een bezoek brengen aan het toilet van het restaurant van buitenaf te zien.
Verschillende voorbijgangers hebben een foto genomen van mensen die op de wc hun behoefte doen.
Het zou gaan om een architectonische fout.
Omdat het gebouw nog geen tien verdiepingen telt, zijn de wc-bezoekers van buitenaf goed te zien.
De toiletten bevinden zich aan de zijkant van het gebouw en hebben een groot raam
Slide 3 - Question de remorquage
Wat weet je over de kernzin?
Slide 4 - Carte mentale
- een alinea bestaat uit een aantal zinnen.
- de belangrijkste informatie staat (meestal) in de eerste of laatste zin van de alinea.
- deze zin noemen we de kernzin.
- de andere zinnen geven uitleg over de kernzin.
theorie
Slide 5 - Diapositive
Neem voor je tekst 8 op blz. 243
Je krijgt deze tekst óók op een stencil.
Slide 6 - Diapositive
Bekijk tekst 8
Waar kom je dit soort teksten tegen?
Bekijk tekst 8
A
kranten / tijdschriften
B
biologieboek
C
in de wachtkamer van de tandarts
D
schoolboek
Slide 7 - Quiz
Wat is het onderwerp van deze tekst?
Lees tekst 8 verkennend.Tekst
A
Gele tanden? Geen nood!
B
Witte tanden
C
Etenswaren
D
Niet iedereen heeft witte tanden.
Slide 8 - Quiz
Wat is het tekstdoel?
A
amuseren
B
aansporen
C
uitleggen
D
informeren
Slide 9 - Quiz
Uit hoeveel alinea's bestaat deze tekst?
A
4
B
5
C
6
D
7
Slide 10 - Quiz
Hoeveel tussenkopjes heeft de tekst?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 11 - Quiz
Welke vrucht kun je beter niet eten als je je tanden wit wilt houden?