1.6 Laag Nederland

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 2

De eerste NL in Laag NL hadden het idee dat ze in de waddenzee woonden. Bij vloed nat en bij eb droog. Daardoor maakten zij *terpen

Terp = door mens gemaakte heuvel tegen bescherming van water. 

Wat zie je?

Waarom is dit gemaakt?

Welkom bij paragraaf 1.6

Leerdoelen

1. Je weet welke maatregelen de mens in Laag-Nederland heeft genomen om zich tegen het water te beschermen.

2. Je begrijpt hoe Laag-Nederland is opgevuld met veen en klei

3. Je kunt met behulp van een foto of topografische kaart aanwijzen of een landschap in Hoog- of Laag Nederland ligt.

Ontstaan veen

Na laatste ijstijd, steeg zeespiegel

Achter de duinen bleef zeeklei liggen..  (werd moeras)

moeras -> veen

Open duinen, waddenzee: zeeklei

Gesloten duinenrij: moeras

-> veen op klei

Ontstaan van veen 

1. Planten gaan dood

2. Dode plantenresten komen in moeras

3. Onder water is geen zuurstof

4. Daardoor rotten de plantenresten niet weg

5. Er ontstaat een dikke laag dode plantenresten.

6. In hoog Nederland = hoogveen

6. In laag Nederland = laagveen 

Verandering veen

1. Veen

2. Gedroogd veen = Turf

3.Bruinkool

4. Steenkool

Ontstaan zeeklei

1. Zeewater stroomt door de duinen het land in

2. Water blijft staan

3. In stilstaand water bezinken kleideeltjes.

4. Er ontstaat een dikke laag zeeklei

5. Zeeklei is heel vruchtbaar

0

De eerste NL in Laag NL hadden het idee dat ze in de waddenzee woonden. Bij vloed nat en bij eb droog. Daardoor maakten zij *terpen

Terp = door mens gemaakte heuvel tegen bescherming van water. 

Een terp

Enkele begrippen

- Buitendijkse kant: de kant aan zee, waar de sedimentatie nog door ging.

Wadden: De onbegroeide delen van de Waddenzee die twee keer per dag droogvallen.

Polders in Nederland

Polder

Een gebied omringd door dijken waarbinnen de waterstand wordt geregeld. 

Vroeger deden ze dat met molens.

Tegenwoordig doen ze dat met gemalen (elektrische pompen)

0

0

Maken 

De eerste 10 minuten werk je in stilte en zelfstandig

De eerste 5 min. geen vragen stellen, probeer eerst zelf 

Werkboek blz. 28 Herhaling 1.6

Ben je klaar?

Maak een samenvatting of een mindmap van 1.6

of zet de begrippen van H1 in WRTS

Leerdoelen/ Quiz Lessonup

1. Je weet welke maatregelen de mens in Laag-Nederland heeft genomen om zich tegen het water te beschermen.

2. Je begrijpt hoe Laag-Nederland is opgevuld met veen en klei

3. Je kunt met behulp van een foto of topografische kaart aanwijzen of een landschap in Hoog- of Laag Nederland ligt.

Einde Les

4 december proefwerk H1 par. 1 t/m 6

Huiswerk = herhaling 1.6 in je werkboek blz. 30

Opdracht kaartje

1. Je krijgt een kaartje met vragen. Hierbij heb je een atlas nodig. 

2. Je werkt met degene die naast je zit. Zo niet werk je even alleen.

3. Maak de vragen.

4. Je krijgt hiervoor ongeveer 8 tot 10 min. de tijd voor.

Daarna gaan wij het bespreken. 

Ben je eerder klaar? leer/lees de begrippen van H1 of zet de begrippen in WRTS.

4 begrippen 1 hoort er niet bij

1. Water - Wind - IJs - Zeeklei

2. Dijk - Terp - Gemaal - Hoog-Nederland

3. Magma - Stollingsgesteente - Graniet - Zandsteen

4. Mechanische verwering - Chemische verwering - Kalksteen - Grotten

5. Gletsjer - U-dal - Verwering - Erosie

6. Klei - Zand - Bovenloop - Sedimentatie

0

Droogmakerij (méér dan -2 meter onder NAP)

0

Bekende droogmakerijen

1 Flevoland

2 Haarlemmermeer (Schiphol)

Wat is het verschil tussen een polder en een droogmakerij?

Waarvoor werd een 'ringvaart' gebruikt?