Bachelorbegeleiding: Energie

Energie
Loes Holdes
Mark Havermans
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieHBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Energie
Loes Holdes
Mark Havermans

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Energie

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Energie van leven
Het vermogen om een verzameling materie te herschikken. 
Energie bestaat in meerdere vormen:
  • Potentiële energie;
  • Thermische energie;
  • Chemische energie;
  • Kinetische energie.
Wat is het verschil tussen de volgende twee vormen van energie?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Potentiële energie
Kinetische energie
Thermische energie
Chemische energie
Hoeveel energie een voorwerp in potentie kan verrichten door de toestand waarin het zich bevind.
De potentiele arbeid die een voorwerp kan verrichten als gevolg van de snelheid die het heeft.
Kinetische energie in de vorm van willekeurige beweging van atomen en moleculen.
Energie die beschikbaar is in moleculen; een vorm van potentiële energie. 

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Kinestische energie

  • De potentiele energie die een voorwerp kan verrichten als gevolg van de snelheid die het heeft. 
Potentiële energie

Hoeveel energie een voorwerp in potentie kan verrichten door de toestand waarin het zich bevind. 
Kinestische energie

De potentiele energie die een voorwerp kan verrichten als gevolg van de snelheid die het heeft. 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is "Metabolisme"?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Metabolisme
Stofwisseling: het totaal aan chemische reacties van een organisme, bestaat uit katabolische en anobolische routes, die de materiële en energiehulpbronnen van een organisme bepalen.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Exo- en endotherme reacties
Exo- en endotherme reacties
Exotherme reactie
  • Reactie waarbij energie vrijkomt. 

  • Nodige energie voor verbreken oude verbindingen < vrijgekomen energie bij vorming van nieuwe bindingen.

  • De vrijgekomen energie kan in de vorm van warmte of licht zijn.
Endotherme reactie
  • Reactie waarbij energie nodig is (=arbeid)  om plaats te vinden.

  • Nodige energie voor verbreken oude verbindingen > energie die vrijkomt bij vorming van nieuwe verbindingen. 

  • Dat betekent dat er meer energie nodig is dan dat er vrijkomt.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Katabole routes
ATP
Niet-bruikbare energie

Slide 10 - Diapositive

Catabolische route:
  • "Energy"= ATP
  • "Heat"= niet-bruikbare energie voor de cel.
Anabolische route:
  • Energy (ATP) + Cellular building blocks --> Macromolecules

Anabole routes

Slide 11 - Diapositive

Catabolische route:
  • "Energy"= ATP
  • "Heat"= niet-bruikbare energie voor de cel.
Anabolische route:
  • Energy (ATP) + Cellular building blocks --> Macromolecules

Katabole route
  •  Afbraakreacties.
  • Maken energie vrij in de vorm van warmte en chemische energie. 
  • Complexe moleculen afbreken tot eenvoudige verbindingen. 
  • Deze energie kan worden gebruikt om ATP te vormen.
Anabole route
  • Opbouwreacties.
  • Gebruiken energie (welke vorm?)
  • Eenvoudige verbindingen complex maken. 
  • Biosynthetische routes. 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Energie is afkomstig van ATP

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Negatieve ionen

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ATP

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Activeringsenergie
  • Meestal aangeduid met Ea

  • De energie die een systeem nodig heeft om een chemische reactie te laten plaatsvinden (chemische verbindingen worden verbroken of gevormd).

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Activeringsenergie

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

kun jij er een sleepvraag tussen maken?
katabole reacties en anabole reacties

fotosynthese; glycolyse; eiwitsynthese; citroenzuurcyclus; 

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Exergonische reactie 

energie komt vrij ; 

de reactanten verliezen energie ; 

ΔG is negatief --> ontstaan spontaan*
Endergonische reactie 

er is energie nodig ; 

de reactanten absorberen energie ;

 ΔG is positief --> ontstaan niet-spontaan. 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Exergonische reactie 
  • Energie nodig < energie die vrijkomt.

  • Er komt energie vrij

  • ΔG is negatief --> ontstaan spontaan*
Endergonische reactie 
  • Energie nodig > energie die vrijkomt

  • Er wordt energie vastgelegd

  •  ΔG is positief --> ontstaan niet-spontaan. 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bediscussieer!
"De vorming van ATP uit ADP is ...."
endergonisch
exergonisch

Slide 24 - Sondage

Endergonisch, de verandering in vrije energie (delta G) is positief! 
Evaluatie
Een aantal vragen. 

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen exotherme en endotherme reacties?

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen exergonische en endergonische reacties?

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Spontane chemische reacties waarbij er een netto afgifte is van energie.
Niet-spontane chemische reacties waarbij er vrije energie wordt opgenomen uit de omgeving. 
Exotherme reactie
Endergonische reactie
Endotherme reactie
Exergonische reactie
∆G < 0 (negatief)
∆G > 0 (positief)

Slide 28 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 29 - Vidéo

Filmpje is interessant, maar kost veel tijd om tot het punt te komen dat eiwitten produceren en/of in gebruik energie verbruiken.