Week 15 - Introductie H4 K&W - hv2b

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Vandaag...
  1. Planning periode 4 
  2. Leerdoelen deze les
  3. Introductie/uitleg Kopen & Werken Hoofdstuk 4.1 & 4.2
  4. Zelfstandig werken
  5. Afsluiten

Slide 2 - Diapositive

Planning Periode 4
  1. Eerste drie weken les
  2. SO Omzet, brutowinst & nettowinst
  3. Rest v/d periode --> Opdracht Schrijven Ondernemingsplan
  • Overige opmerking: houdt je huiswerk op orde!

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Leerdoelen
Voor het einde van de les kan je...
  1. De voor- en nadelen van het werken als eigen baas verklaren ten opzichte van werken als werknemer
  2. De brutowinst berekenen op basis van omzet en inkoopwaarde
  3. De nettowinst berekenen op basis van de brutowinst en de bedrijfskosten
  4. De verschillen tussen de verwachte en de werkelijke winst verklaren
  5. De brutowinstmarge en nettowinstmarge berekenen
  6. (alleen vwo) op basis van gewenste winst(marges) de gewenste verkoopprijs berekenen 

Slide 5 - Diapositive

4.1 Werken in loondienst of eigen baas
  • Als je een korte of langere tijd in dienst van iemand werkt en je ontvangt loon of salaris, dan werk je in loondienst.
  • De werkgever is dan degene voor wie je werkt en...
  • jij bent dan de werknemer die loon ontvangt.
  • Je kunt ook werken als zelfstandige, als eigenaar van een eigen bedrijf. We noemen dat eigen baas of zelfstandig ondernemer.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Zzp'ers óf zmp'ers
  • zzp'er = Zelfstandig Zonder Personeel
  • zmp'er = Zelfstandig Met Personeel

Slide 8 - Diapositive

4.2 Omzet, brutowinst & nettowinst

Slide 9 - Diapositive

Verwachte omzet
  • Een groenteboer verwacht 60 zakken aardappels te verkopen voor 2 euro per zak.
  • Bereken de (verwachte) omzet.

Slide 10 - Diapositive

Omzet
  • Omzet = afzet x verkoopprijs

Slide 11 - Diapositive

Brutowinst
  • Brutowinst = Omzet - inkoopwaarde van de omzet

Slide 12 - Diapositive

Brutowinst
Over mei verwacht de loempiakraam het volgende
  • Inkoopprijs = €0,50
  • Afzet = 3200 stuks
  • Verkoopprijs = €1,20
  • Bereken de verwachte brutowinst

Slide 13 - Diapositive

Nettowinst
  • Nettowinst = Brutowinst - bedrijfskosten
  • Bedrijfskosten: kosten die nodig zijn om je bedrijf uit te oefenen en producten te verkopen. (zoals: loonkosten, huur, etc.).

Slide 14 - Diapositive

Nettowinst
  • De brutowinst van de loempiakraam was € 2.240,-
  • De huur van de kraam was € 320,-
  • De loonkosten waren € 290,- 
  • De onvoorziene kosten zijn € 25,-
  • Bereken de nettowinst. 
  • 2.240 - 320 - 290 - 25 = € 1.605,-

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Aan het werk!
  • Wat? Bestudeer in Kopen & Werken de grijze blokken op blz. 36, 37 en 38 (vwo: ook het blok op pagina 41) en de 'gewone' tekst van paragraaf 3.2.4 op pagina's 40-41. ​
  • Weektaak? Maak opgaven 4.1 t/m 4.14 + 4.17 (alleen vwo, bouwsteen 4.1).​
  • Hoe? Overleggen mag (fluisteren)​
  • Hulp? Vraag het aan de docent!​
  • Tijd? Tot 15 minuten vóór het einde van de les​




Slide 17 - Diapositive




Enquête tijd!

Slide 18 - Diapositive

Hoe ging TRAP 3?

Slide 19 - Diapositive