Les 2: Fasen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Les 2: Fasen

• Huiswerk check
• Uitleg 3.1 en 3.2
• Demo
• Aan de slag met opdrachten

Planning

Huiswerk: 3.1 opdracht 1 t/m 11 

3.2 opdracht 1 t/m 4

Water

Waar denk je aan?

Leerdoelen

3.1.1 Je kunt de drie fasen van water herkennen in de praktijk. 

3.1.2 Je kunt de drie fasen waarin water kan voorkomen beschrijven met het deeltjesmodel. 

3.1.3 Je kunt met het deeltjesmodel verklaren waarom ijs en veel andere vaste stoffen een kenmerkende kristalstructuur hebben. 

*3.1.4 Je kunt uitleggen wat cohesie en adhesie zijn. 

3.2.1 Je kunt beschrijven hoe je de temperatuur van de lucht om je heen kunt meten.  

3.2.2 Je kunt de onderdelen van een vloeistofthermometer benoemen. 

3.2.3 Je kunt uitleggen hoe een vloeistofthermometer werkt. 

3.2.4 Je kunt een digitale thermometer beschrijven. 

3.2.5 Je kunt uitleggen wat het meetbereik van een thermometer is. 

3.2.7.Je kunt Celsius- en Kelvinschaal omrekenen.

Fasen

• Fase = toestand waarin een stof zich bevindt.
• Vaste stof - De moleculen trillen dicht bij elkaar.
• Vloeibaar - De moleculen bewegen langs elkaar heen. 
• Gas - De moleculen bewegen los van elkaar.
• Hoe zie je dit terug in het echte leven? *demo

Deeltjesmodel

Vloeistofthermometer

• De fase waarin water zich bevindt, hangt af van de temperatuur.  
• De temperatuur kan je meten met een vloeistofthermometer

Meetbereik

Digitale thermometer

Gebruikt een 

sensor: die zet grootheid om in een elektrisch signaal. 

Cohesie en adhesie

Cohesie = Aantrekkingskracht tussen moleculen van dezelfde stof.

Adhesie = Aantrekkingskracht tussen moleculen van verschillende stoffen.

Cohesie en adhesie

Cohesie = Aantrekkingskracht tussen moleculen van dezelfde stof.

Adhesie = Aantrekkingskracht tussen moleculen van verschillende stoffen.

Bij welke is de adhesie groter dan de cohesie? 

Bij welke is de cohesie groter dan de adhesie?

De moleculen hebben een vaste plaats in het kristalrooster

Aan de slag!

Paragraaf 3.1 opdracht 1 t/m 11 

Paragraaf 3.2 opdracht 1 t/m 4

Leerdoelen

3.1.1 Je kunt de drie fasen van water herkennen in de praktijk. 

3.1.2 Je kunt de drie fasen waarin water kan voorkomen beschrijven met het deeltjesmodel. 

3.1.3 Je kunt met het deeltjesmodel verklaren waarom ijs en veel andere vaste stoffen een kenmerkende kristalstructuur hebben. 

*3.1.4 Je kunt uitleggen wat cohesie en adhesie zijn. 

3.2.1 Je kunt beschrijven hoe je de temperatuur van de lucht om je heen kunt meten.  

3.2.2 Je kunt de onderdelen van een vloeistofthermometer benoemen. 

3.2.3 Je kunt uitleggen hoe een vloeistofthermometer werkt. 

3.2.4 Je kunt een digitale thermometer beschrijven. 

3.2.5 Je kunt uitleggen wat het meetbereik van een thermometer is. 

3.2.7.Je kunt Celsius- en Kelvinschaal omrekenen.