pH berekeningen (Les 3)

Een oplossing met pH = 2,0 wordt 10x verdund. Wat wordt de nieuwe pH?
A
pH = 0,20
B
pH = 1,0
C
pH = 3,0
1 / 12
suivant
Slide 1: Quiz
ScheikundeMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Een oplossing met pH = 2,0 wordt 10x verdund. Wat wordt de nieuwe pH?
A
pH = 0,20
B
pH = 1,0
C
pH = 3,0

Slide 1 - Quiz

Bereken de pH van een 0,1 M zoutzuur oplossing

Slide 2 - Question ouverte

Waar moet je rekening mee houden met het uitrekenen van de pH bij stoffen met meer dan één H?

Slide 3 - Question ouverte

Wat betekent een sterk zuur?

Slide 4 - Question ouverte

Bereken de pH van een 0,35 M natronloog oplossing (basisch)

Slide 5 - Question ouverte

Bereken de concentratie van een KOH-oplossng met een pH van 11,5.

Slide 6 - Question ouverte

HERHALING pH  
Oefen blz. 46 opgave: 

1. 23 en 24 (zuren en pH)

2. 25 en 26 (basen en pH)

Slide 7 - Diapositive

LESOVERZICHT
pH berekenen na het mengen van: 
1. 2 zure oplossingen (opgave 27)
2. 2 basische oplossingen (opgave 28)

Slide 8 - Diapositive

Bereken de pH van de oplossing die ontstaat na het mengen van:
200 mL zwavelzuur (0,12 M) en 300 mL HBr-oplossing (0,25 M)

Slide 9 - Question ouverte

Bereken de pH van de oplossing die ontstaat na het mengen van:
100 mL salpeterzuur (2,00 M) en 500 mL zwavelzuur (1,00 M)

Slide 10 - Question ouverte

Bereken de pH van de oplossing die ontstaat na mengen van:
1,0 L kaliloog (4 M) en 3,3 L Natronloog (2,4 M)

Slide 11 - Question ouverte

Bereken de pH van de oplossing die ontstaat na mengen van:
25 mL natronloog (0,10 M) en 20 mL barietwater (0,080 M)

Slide 12 - Question ouverte