5V_H7 Zuren en basen basis oefenen

5V H7 Zuren en basen 






Koningswater lost de "koning der metalen", Goud op
dit is een mengsel van zoutzuur en salpeterzuur
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

5V H7 Zuren en basen 






Koningswater lost de "koning der metalen", Goud op
dit is een mengsel van zoutzuur en salpeterzuur

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen.
Aan het einde van deze les kun je:

A:   De correcte chemische notatie van een oplossing noteren en hierbij zeggen of het om een zure of basische oplossing gaat.

B: De pH berekenen bij een sterk zuur en bij een sterke base.

Slide 2 - Diapositive

We beginnen rustig
Wat was ook weer een base ?

Slide 3 - Question ouverte

Zuur
Base
Neutraal
pH 7
pH 0
pH 14
nb. tekst onder de balk, pH waarden boven de balk plaatsen.

Slide 4 - Question de remorquage

Welke stoffen zijn ook al weer zuur en welke basisch?

Slide 5 - Diapositive

tabel 49

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Zuur of base?

NH3
A
zuur
B
base

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

Zuur of base?
HCl-oplossing
A
zuur
B
base

Slide 10 - Quiz

Geef de correcte chemische notatie voor een HCl-oplossing
A
HCl (aq)
B
H (aq) + Cl (aq)
C
H+(aq)+Cl(aq)
D
H3O+(aq)+Cl(aq)

Slide 11 - Quiz

Zuur of base?

OH
A
zuur
B
base

Slide 12 - Quiz

Zuur of base?

CH3COOH
A
zuur
B
base

Slide 13 - Quiz

Is natronloog een zuur of een base ?

Zoek op in je binas
A
zuur
B
base
C
geen zuur en ook geen base

Slide 14 - Quiz

Wat is de juiste chemische notatie van natronloog.
A
NaOH (aq)
B
NOH (aq)
C
Na+(aq)+OH(aq)
D
NaO(aq)+H+(aq)

Slide 15 - Quiz

welk zuur is een sterk zuur?
Gebruik binas 49
A
H3PO4
B
HF
C
H2SO4
D
CH3COOH

Slide 16 - Quiz

Is kalkwater een zuur of een base ?

zoek op in je binas.
A
zure oplossing
B
basische oplossing
C
geen zuur en ook geen base

Slide 17 - Quiz

BASE
ZUUR
Zuur of base? Sleep de formules naar het juiste vak. 

Slide 18 - Question de remorquage

Zuren en basen deel II (vervolg)
het zuurrestion van 
di-ethynyl benzeen 

Slide 19 - Diapositive

Hoe kun je zien of je een sterk zuur hebt aan de notatie?
(korte uitleg)

Slide 20 - Diapositive

Geef de correcte chemische notatie van zoutzuur.
A
HCl (aq)
B
H (aq) + Cl (aq)
C
H+(aq)+Cl(aq)
D
H3O+(aq)+Cl(aq)

Slide 21 - Quiz

Wat is de juiste chemische notatie van natronloog.
A
NaOH (aq)
B
NOH (aq)
C
Na+(aq)+OH(aq)
D
NaO(aq)+H+(aq)

Slide 22 - Quiz

Wat is de juiste notatie van waterstoffluoride-oplossing in een zuur/base-reactie?
A
HF(l)
B
HF(aq)
C
H3O+(aq)
D
H3O+(aq)+F(aq)

Slide 23 - Quiz

Wat is de juiste chemische notatie van ammonia. Dit is een oplossing van ammoniak in water.
A
NH3(aq)
B
NH4+(aq)
C
H3O+(aq)
D
OH(aq)

Slide 24 - Quiz

Wat is de juiste chemische notatie van ammonia. Dit is een oplossing van ammoniak in water.
A
NH3(aq)
B
NH4+(aq)
C
H3O+(aq)
D
OH(aq)

Slide 25 - Quiz

 rekenen...

Slide 26 - Diapositive

voorbeeld (sterk zuur of sterke base)

Slide 27 - Diapositive

Bereken de pH voor 0,13M zoutzuur oplossing
A
1,77
B
0,59
C
0,89
D
1,88

Slide 28 - Quiz

Bereken de pH voor 0,13M zwavelzuur oplossing
H2SO4
= zwavelzuur
A
1,77
B
0,59
C
0,89
D
1,88

Slide 29 - Quiz

...

Slide 30 - Diapositive

Bereken [H⁺] in een oplossing met pH = 4,10.

Slide 31 - Question ouverte

Significantie:

Slide 32 - Diapositive

Bereken de pH van een 1,00 M zoutzuur oplossing
A
0
B
0,00
C
0,000
D
0,0000

Slide 33 - Quiz

Bereken de pH van een 3 M salpterzuur-oplossing
(zoek op in tabel 66B en 49)
A
0,47
B
-0,47
C
0,5
D
-0,5

Slide 34 - Quiz

Wat is de pH van 0,54 M salpeterzuur oplossing. Zoek op wat salpeterzuur is.

Slide 35 - Question ouverte

Slide 36 - Diapositive

Wat is [OH⁻] in een oplossing met pH = 10,50?
stap 1. deeltjes notatie goed.
stap 2. Reken de pOH uit.
Stap 3. Rekenen

Slide 37 - Question ouverte

Bereken de pOH van een 0,040 M kaliloog oplossing.
A
-1,39
B
-1,40
C
+1,40
D
1,398

Slide 38 - Quiz

Bereken de pH van een 25x10-5 M natronloog oplossing.
A
10,39
B
10,40
C
10
D
3,60

Slide 39 - Quiz

Bereken de [OH-] van een oplossing met pOH=5,45. Let op significantie.
A
3,54x10-6 mol L-1
B
2,70x10-3 mol L-1
C
2,70x10-3 mol L-1
D
3,5x10-6 mol L-1

Slide 40 - Quiz

Bereken de [OH-] van een oplossing met pH=8,0 Let op significantie.
A
1x10-6 mol L-1
B
1,0x10-6 mol L-1
C
1x10-8 mol L-1
D
1x10-8 mol L-1

Slide 41 - Quiz

Ik kan aan tabel 49 zien of een deeltje een sterk of zwak zuur is ?
😒🙁😐🙂😃

Slide 42 - Sondage

Ik kan de pH berekenen bij een oplossing van een sterk zuur of sterke base.
😒🙁😐🙂😃

Slide 43 - Sondage