1VT1/1v2 Mardi, le 12 octobre 21 DF ex 16 17 18 + parler+ex20+21ab

1 / 16
suivant
Slide 1: Vidéo
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Dialogue
Bonjour!
Ça va?
Comment tu t'appelles?
Tu habites où?
...

...

...

...
timer
1:00

Slide 2 - Diapositive

introduction du verbe avoir
  1. Personnlijke voornaamwoorden (uitleg)
  2.  Hebben = avoir (liedje+uitleg+opschrijven)

Slide 3 - Diapositive

Persoonlijke voornaamwoorden
ik
je / j'
jij
tu
hij
il
zij
elle
men/we (spreektaal)
on
wij (ik+jij+jij+jij)
nous
u
jullie (jij+jij+jij+jij+jij)
vous
zij  (hij+hij of zij)
zij (zij+zij+zij)
ils (mannelijk)
elles (vrouwelijk)

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Conjuguer le verbe 'avoir'
Ik heb
J'ai 
Jij hebt
Tu as
Hij/zij/men heeft
Il/elle/on a
Wij hebben
Nous avons
Jullie hebben
U heeft
Vous avez
Zij hebben
Ils/elles ont

Slide 6 - Diapositive

De lidwoorden  

Wat is een lidwoord in het Nederlands?
Welke lidwoorden zijn er in het Nederlands?
Prends ton cahier de notes (grammaire)


Slide 7 - Diapositive

Explication
de lidwoorden in het Nederlands: 
- Onbepaald lidwoord:
enkelvoud "een" "
meervoud" -"
- Bepaald lidwoord
enkelvoud "de of het"
meervoud "de "

Slide 8 - Diapositive

De onbepaalde lidwoorden
enkelvoud           
een:       un garçon                 une fille
meervoud
-----:     des garçons             des filles

Slide 9 - Diapositive

De bepaalde lidwoorden
enkelvoud           
de/het:      le garçon                   la fille
      l'hôtel -l'appartement        l'histoire - l'auto 
meervoud
 de:         les garçons             les filles

Slide 10 - Diapositive

Lidwoorden
mannelijk
vrouwelijk
meervoud
De/het
le
la
les
l’
l’
les
Een
un
une
des (-)

Slide 11 - Diapositive

het lidwoord
   (mv)
des    (mv)
problemen
des problèmes
stranden
des plages
leraren
des profs
lessen
des leçons
computers
des ordinateurs

Slide 12 - Diapositive

Vervang het lidwoord door
 un of une
le français
la prof
le stylo
l'ordinateur
l'école
la plage
le livre
Vervang het lidwoord door
le/la/l'
un chien
un chat
une fille
un exercice
un devoir
une prof
une lampe

Slide 13 - Diapositive

Vervang het lidwoord door
 les
le français
la prof
le stylo
l'ordinateur
l'école
la plage
le livre
Vervang het lidwoord door
des
un chien
un chat
une fille
un exercice
un devoir
une prof
une lampe

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Vidéo