Grammatica H5 Lj 1

Wat gaan we doen?
Grammatica H5
Kader: Ik kan een (stoffelijk) Bijvoeglijk naamwoord herkennen.
Basis: Ik kan een zwak werkwoord in de verleden tijd vervoegen.
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Wat gaan we doen?
Grammatica H5
Kader: Ik kan een (stoffelijk) Bijvoeglijk naamwoord herkennen.
Basis: Ik kan een zwak werkwoord in de verleden tijd vervoegen.

Slide 1 - Diapositive

Hoe gaat we dit doen:
  1. Herhaling vorige les Kader
  2. Kader aan het werk methode
  3. Basis uitleg zwakke werkwoorden vervoegen.
  4. Basis aan het werk methode
  5. Allemaal om 9:40 terug in de vergadering.

Slide 2 - Diapositive

timer
1:00
huis

Slide 3 - Carte mentale

Ik kan een (stoffelijk) bijvoeglijk naamwoord benoemen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Sondage

Huiswerk
Magister-> Leermiddelen -> Nederlands -> H5 -> Taalverzorging-> Grammatica bijvoeglijke naamwoorden.
Maken opdrachten: 3,4,5,6
9:40 terug in de vergadering.

Slide 5 - Diapositive

Basis Grammatica H5 
Doel: Je leert over de verleden tijd van zwakke werkwoorden.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

De verleden tijd van zwakke werkwoorden
Een van de werkwoorden in een zin is de persoonsvorm. Je gebruikt een persoonsvorm in de verleden tijd (vt) als iets al gebeurd is.

Bij de meeste werkwoorden maak je de verleden tijd door achter de ik-vorm -de(n) of -te(n) te zetten. Deze werkwoorden noem je zwakke werkwoorden.

Slide 8 - Diapositive

Zo schrijf je de persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd

Slide 9 - Diapositive

Wanneer gebruik je 't ex-kofschip?
A
sterk ww - tt
B
sterk ww- vt
C
zwak ww - tt
D
zwak ww - vt

Slide 10 - Quiz

Wat is van toepassing?
De agent bekeurde de man voor te hard rijden.
___________
A
tt
B
vt (zwak ww)
C
vt (sterk ww)

Slide 11 - Quiz

De man ........ het geld uit zijn broekzak.
(pakken) VT
A
pakt
B
pakte
C
paktte
D
pakke

Slide 12 - Quiz

Na het feliciteren ..... Miep haar hand.
(schudden)
A
schudte
B
schude
C
schudde
D
schudt

Slide 13 - Quiz

Ik kan zwakke werkwoorden vervoegen in de VT
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Sondage

Slide 15 - Diapositive

huiswerk:
Startopdracht
Opdracht 1,opdracht 2, opdracht 3, opdracht 4.

Slide 16 - Diapositive

ik heb mijn opdrachten af.
timer
1:00
010

Slide 17 - Sondage

timer
1:00
ik vond deze les:

Slide 18 - Carte mentale