Actief leren over onregelmatige werkwoorden in het Engels

Actief leren over onregelmatige werkwoorden in het Engels

Doel van de les

Aan het einde van de les kun je onregelmatige werkwoorden in het Engels herkennen en gebruiken in zinnen.

Leg kort uit wat de leerlingen aan het einde van de les moeten kunnen.

Wat weet je al over onregelmatige werkwoorden in het Engels?

Wat zijn onregelmatige werkwoorden?

Onregelmatige werkwoorden zijn werkwoorden waarvan de verleden tijd en/of voltooid deelwoord niet volgens standaardregels worden gevormd.

Leg kort uit wat onregelmatige werkwoorden zijn en geef enkele voorbeelden.

Infinitief, verleden tijd, voltooid deelwoord

Elk werkwoord heeft een infinitief (hele werkwoord), verleden tijd (past simple) en voltooid deelwoord (past participle).

Leg uit welke vormen elk werkwoord heeft.

Regelmatige of onregelmatige werkwoorden?

Sleep het werkwoord naar het juiste vakje: regelmatig of onregelmatig.

Maak een interactieve oefening waarbij leerlingen werkwoorden kunnen slepen naar het juiste vakje.

Onregelmatige werkwoorden oefenen

Kies het juiste werkwoord om de zin compleet te maken.

Maak een oefening waarbij leerlingen onregelmatige werkwoorden moeten gebruiken in zinnen.

Onregelmatige werkwoorden in context

Lees de zin en kies het juiste werkwoord uit de lijst.

Maak een oefening waarbij leerlingen onregelmatige werkwoorden moeten kiezen die passen bij de context van de zin.

Onregelmatige werkwoorden spel

Speel het spel en gebruik de juiste vorm van het werkwoord om punten te verdienen.

Maak een interactief spel waarbij leerlingen onregelmatige werkwoorden moeten gebruiken om punten te verdienen.

Herhalen en samenvatten

Herhaal kort wat onregelmatige werkwoorden zijn en wat je hebt geleerd in deze les.

Geef de leerlingen de gelegenheid om kort samen te vatten wat ze hebben geleerd in deze les.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.