Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Nieuw Nederlands periode 2 klas 1 basis
Welk woord gebruik je om het belangrijkste van een tekst of programma in één zin samen te vatten.
1 / 50
suivant
Slide 1:
Question ouverte
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Cette leçon contient
50 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Welk woord gebruik je om het belangrijkste van een tekst of programma in één zin samen te vatten.
Slide 1 - Question ouverte
Wat is een ander woord voor hoofdgedachte?
A
Alinea
B
Onderwerp
C
Tussenkopje
D
Inleiding
Slide 2 - Quiz
Wat moet je doen om de hoofdgedachte van een tekst te kunnen vinden? De tekst
A
precies lezen.
B
oriënterend lezen.
C
en plaatjes even snel bekijken.
Slide 3 - Quiz
Boven welke stukjes van een tekst vind je tussenkopjes?
Slide 4 - Question ouverte
Kies uit de onderstaande antwoorden het goede tekstdoel.
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
schieten
Slide 5 - Quiz
Welke tekstsoort is een voorbeeld van het tekstdoel informeren?
A
nieuwsbericht
B
bespreking van een boek.
C
gebruiksaanwijzing
D
verslag
Slide 6 - Quiz
Welke tekstsoort is een voorbeeld van het tekstdoel overtuigen?
A
nieuwsbericht
B
bespreking van een boek of film.
C
gebruiksaanwijzing
D
verslag
Slide 7 - Quiz
Welke tekstsoort is een voorbeeld van het tekstdoel instrueren?
A
nieuwsbericht
B
bespreking van een boek of film.
C
gebruiksaanwijzing
D
spelregels
Slide 8 - Quiz
Welk tekstdoel is een voorbeeld van het stappenplan voor tandenpoetsen?
A
overtuigen
B
schieten
C
instrueren
D
informeren
Slide 9 - Quiz
Bij welk tekstdoel geef jij je mening?
A
overtuigen
B
schieten
C
instrueren
D
informeren
Slide 10 - Quiz
Bij welk tekstdoel hoort de Open Dag van het Zone College?
A
overtuigen
B
schieten
C
instrueren
D
informeren
Slide 11 - Quiz
Wat is de naam van de alinea, waarin je kennis maakt met het onderwerp?
Slide 12 - Question ouverte
Wat is de naam van de alinea, waarin het belangrijkste van de tekst nog een keer kort wordt herhaald?
Slide 13 - Question ouverte
Uit hoeveel alinea's bestaat het middenstuk van een tekst?
A
1
B
2
C
3
D
Kunnen er meer of minder zijn dan de andere antwoorden
Slide 14 - Quiz
Waaraan herken je de inleiding vaak?
A
dikgedrukt
B
schuingedrukt
C
onderstreept
D
niets
Slide 15 - Quiz
Een werkwoord zegt:
A
wat iemand of iets doet.
B
wat iets of iemand overkomt.
C
iets over de antwoorden bij a en b
D
wat iemand leert.
Slide 16 - Quiz
Waarvan kan een werkwoord veranderen?
A
tijd
B
plaats
C
vorm
D
instelling
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Wat vul je op de puntjes in?
Slide 20 - Question ouverte
Slide 21 - Diapositive
Wat vul je op de puntjes in?
Slide 22 - Question ouverte
Wat is het werkwoord in de volgende zin:
De printer maakt ineens vreemde geluiden.
Slide 23 - Question ouverte
Wat is het werkwoord in de volgende zin:
Naar welke muzieksoort luister jij het liefst?
Slide 24 - Question ouverte
Wat zijn de 2 werkwoorden in de volgende zin:
Op social media werden veel foto's van de schade geplaatst.
Slide 25 - Question ouverte
Wat zijn de 2 werkwoorden in de volgende zin:
Kylie is vorige week vrijdag naar een concert geweest.
Slide 26 - Question ouverte
Welke van de volgende woorden is geen werkwoord.
A
bezorg
B
bezorging
C
bezorgt
D
bezorgen
Slide 27 - Quiz
Welke van de volgende woorden is geen werkwoord.
A
gevoetbald
B
voetballen
C
voetbalt
D
voetbalster
Slide 28 - Quiz
Wat doe ik met een vraag om de persoonsvorm eruit te kunnen halen?
Slide 29 - Question ouverte
Wat is in de volgende zin de persoonsvorm:
Pieter vindt mijn lasagne heerlijk.
Slide 30 - Question ouverte
Wat is in de volgende zin de persoonsvorm:
Pieter vindt mijn lasagne heerlijk.
Slide 31 - Question ouverte
Wat is in de volgende zin de persoonsvorm:
Ben jij echt verliefd?!
Slide 32 - Question ouverte
Hoe haal ik het onderwerp uit een zin?
A
Wie of Wat + ??
B
Wie of Wat + gezegde
C
Wie of Wat + persoonsvorm
D
Wie of Wat + gezegde + rest van de zin
Slide 33 - Quiz
Wat is het onderwerp in de volgende zin?
Veel meeuwen houden van brood.
Slide 34 - Question ouverte
Wat is het onderwerp in de volgende zin?
De vrouw van de directeur kocht een bos bloemen.
Slide 35 - Question ouverte
Wat is het onderwerp ÉN de persoonsvorm in de volgende zin?
Piet liet een scheet op het tafelkleed.
Slide 36 - Question ouverte
Slide 37 - Diapositive
In het weekend / geeft / een feestje / Mehmet
Slide 38 - Question ouverte
gekocht / gisteren / heeft / mijn vriendin / nieuwe kleren
Slide 39 - Question ouverte
Welke proef moet je gebruiken om erachter te komen of je het zelfstandig naamwoord met een -d of -t moet schrijven?
A
verlengproef
B
vraagproef
C
tijdsproef
D
scheikundeproef
Slide 40 - Quiz
Eindig het woord met de goede letter. Kies uit een -d of -t.
zwaar....
Slide 41 - Question ouverte
Eindig het woord met de goede letter. Kies uit een -d of -t.
concer....
Slide 42 - Question ouverte
Eindig het woord met de goede letter. Kies uit een -d of -t.
gebi....
Slide 43 - Question ouverte
Wat is het tegenovergestelde van meervoud?
Slide 44 - Question ouverte
Wat is het meervoud van raaf?
Slide 45 - Question ouverte
Wat is het meervoud van gans?
Slide 46 - Question ouverte
Wat is het meervoud van pit?
Slide 47 - Question ouverte
Wat is het meervoud van kasteel?
Slide 48 - Question ouverte
Wat is het meervoud van telefoon?
Slide 49 - Question ouverte
Wat is het meervoud van spijkerbroek?
Slide 50 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Nieuw Nederlands periode 2 klas 1 basis
Janvier 2023
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Herhalingsles Nederlands
il y a 25 jours
- Leçon avec
46 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
T2L9: Supertalenten
Février 2023
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Lager onderwijs
Onderwerp en persoonsvorm
Mars 2024
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 2 (31 augustus 2024) uigebreid
Août 2024
- Leçon avec
44 diapositives
Nederlands
Secondary Education
Age 12
Woordvolgorde
Juin 2022
- Leçon avec
24 diapositives
English
Tertiary Education
Les 2, 3 en 5
Septembre 2024
- Leçon avec
34 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
werkwoorden
Avril 2023
- Leçon avec
16 diapositives