Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
H6 productie en markt
6.4 Nog meer produceren?
Slide 1 - Diapositive
Herhaling lesdoelen 6.3
- Hoe bereken je de brutowinst en nettowinst?
- Wat is het verschil tussen een verkoopprijs en een consumentenprijs?
- Welke btw-tarieven zijn er?
Slide 2 - Diapositive
Lesdoelen 6.4
- Hoe bereken je de productie per werknemer?
- Hoe kunnen bedrijven meer gaan produceren?
- Wat levert de productie voor de samenleving op?
Slide 3 - Diapositive
Productiecapaciteit
De productiecapaciteit is hoeveel een bedrijf maximaal kan produceren. Dit is afhankelijk van alle beschikbare kapitaalgoederen en arbeidskrachten.
Slide 4 - Diapositive
arbeidsproductiviteit
totale productie in een periode : aantal werkenden
Slide 5 - Diapositive
Technologische ontwikkelingen
Technologische ontwikkelingen hebben invloed op de productiecapaciteit.
Productietechnieken en en machines worden steeds beter, het productieproces wordt steeds kapitaalintensiever.
Slide 6 - Diapositive
Onderbezetting
Als machines niet gebruikt worden of er is niet voldoende werk voor het personeel.
Slide 7 - Diapositive
Overbezetting
Als er meer vraag is naar producten dan het bedrijf met zijn machines en personeel aan kan.
Slide 8 - Diapositive
Arbeidsproductiviteit is afhankelijk van:
toepassing moderne technieken;
opleidingsniveau van werkende bevolking;
arbeidsverdeling en specialisatie;
beloning (salaris en eventuele bonus);
arbeidsomstandigheden & werksfeer.
Slide 9 - Diapositive
Arbeidsproductiviteit
Er werken veel mensen aan een bepaald product gedurende het productieproces. In een kledingfabriek werken bijvoorbeeld veel naaisters. De ene persoon kan sneller/meer naaien dan een ander en heeft daarom een hogere arbeidsproductiviteit.
= De productie per persoon, in een bepaalde tijd.
Slide 10 - Diapositive
Arbeidsproductiviteit
Productie per persoon in een bepaalde tijd
Als arbeidsproductiviteit stijgt -> dalen loonkosten PER PRODUCT-> verkoopprijs kan omlaag -> afzet neemt toe
Slide 11 - Diapositive
Maatschappelijke kosten
Maatschappelijke kosten zijn de kosten van milieuvervuiling die door ons allemaal worden betaald.
Slide 12 - Diapositive
Milieuschade kan ontstaan door:
de vervuiling van lucht, water en bodem
het verbruik van energiebronnen
het verbruik van grondstoffen
het ontstaan van afval
Slide 13 - Diapositive
broeikaseffect
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Vidéo
Aan het werk
MAAK DE OPGAVEN VAN PARAGRAAF 4
Slide 16 - Diapositive
Wat heb je geleerd?
Slide 17 - Diapositive
Wat is NIET van invloed op de arbeidsproductiviteit?
A
scholing
B
arbeidsvoorwaarden
C
arbeidsverdeling
D
openingstijden
Slide 18 - Quiz
Er is meer vraag is naar producten dan het bedrijf met zijn machines en personeel aan kan, dit noem je:
A
onderbezetting
B
overbezetting
Slide 19 - Quiz
De winkels zijn in december elke avond open. Wordt hierdoor de arbeidsproductiviteit groter?
A
ja
B
nee
Slide 20 - Quiz
Er ontstaat 7.000 liter verontreinigd water per spijkerbroek. Dit wordt zelden gereinigd. Dit water is een voorbeeld van: