H5 zouten herhaling

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Herhaling zouten

Geef de formule van het zout dat bestaat uit: en

Li​+​[?]​​​​

Cl​−​[?]​​​​

Geef de formule van het zout dat bestaat uit: en

Ca​(2+)​[?]​​​​

PO​4​3−​​

Uitleg

Een zout bestaat uit een positief en een negatief ion

Maar het zout zelf is altijd neutraal!

Dus het zout van               en                   is

Ca​2+​​

PO​4​3−​​

Ca​3​​PO​2​​

Geef de formule van het zout dat bestaat uit en

Fe​3+​​

SO​4​2−​​

Geef de naam van het volgende zout:

FeCl​3​​

Geef de naam van het volgende zout:

Al​2​​S​3​​

Uitleg

• De naam ve. zout is afgeleid vd. ionen waaruit het bestaat
• Eerst het positieve, dan het negatieve ion
• Negatieve ionen eindigen vaak op '-ide'
• De namen van samengestelde ionen: BINAS 66B 
  ! Behalve OH-  = hydroxide-ion
• Bv                   = aluminiumsulfide

Al​2​​S​3​​

Geef de naam van het volgende zout:

CaCO​3​​

Geef de oplosvergelijking van:

BaCl​2​​

Geef de oplosvergelijking van:

BaSO​4​​

Uitleg

• Een goed oplosbaar zout splitst in water in de ionen waaruit het zout bestaat
• Oplosbaarheidstabel: BINAS 45A 
• Schrijf altijd de fasen (bv (s) en (aq) ) in de oplosvergelijking

Geef de oplosvergelijking van:

KNO​3​​

Geef de neerslagvergelijking van de reactie die optreedt als je een opl. van
mengt met een opl. van

AgNO​3​​

NaCl

Uitleg

• Als je twee oplossingen van goed oplosbare zouten mengt, kan er een neerslag van een slecht oplosbaar zout ontstaan.

1. Ga na welke ionen er zijn
2. Ga na welke ionen een slecht oplosbaar zout vormen
3. Stel de neerslagvergelijking op. Vergeet de fasen niet!

Geef de neerslagvergelijking van de reactie die optreedt als je een opl. van
mengt met een opl. van

CuSO​4​​

BaCl​2​​