maandag 11 februari

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Bijvoegelijk naamwoord

uitleg filmverslag                     

Donderdag                                 

korte uitleg

Woordbenoemen : Het knappe meisje draagt een rode jas.

knappe zegt iets over meisje.

rode zegt iets over de jas.

Dat zijn dus bijvoegelijk naamwoorden.

Wie heeft ze alle tien goed ?

01 Zij heeft een gloednieuwe fiets gekregen.
Wat is het znw. ?

02 Zij heeft een gloednieuwe fiets gekregen.
Wat is het bnw. ?

03 Er zit een stevig slot op.
Wat is het znw. ?

04 Er zit een stevig slot op.
Wat is het bnw. ?

05 Het lijkt me een dure fiets.
Wat is het znw. ?

06 Het lijkt me een dure fiets.
Wat is het bnw. ?

07 De gebakken aardappels zijn op.
Wat is het znw. ?

08 De gebakken aardappels zijn op.
Wat is het bnw. ?

09 Heb jij mijn blauwe sportbroek gezien ?
Wat is het znw. ?

10 Heb jij mijn blauwe sportbroek gezien ?
Wat is het bnw. ?

Maak opdracht

9 en 10 (bladzijde 168/169)

Maak in je schrift 2 rijen.

Plaats in rij 1 het znw. en in

rij 2 het bnw.

Daarna maak je opdracht 1 van bladzijde 170.

Waarom schrijf je een groene trui, een gouden medaille en een plastic tas ?

Daarna maak je opdracht 2 en 3 (171/172).

Laat deze door je docent nakijken.

Bezitsvorm

oma's huis

Ali's telefoon

Sarahs beroep

mijn broers rapport

Lex' ouders

Lucas' laptop

Lees goed de uitleg van bladzijde 172 en maak daarna de oefening 4 en 5.

Getallen

Lees goed de uitleg van bladzijde 174.

Daarna maak je de opdrachten 7 en 8.

Ben je daarna klaar dan mag je gaan werken aan je filmverslag.

opdracht 

per stukje steekwoorden

maak een goed lopende tekst

Daarna maak je de vragen van opdracht 3 en als extra opdracht 4.