WW, ZN, LW, VZ,BN

Goedemorgen klas 1A
We gaan een quiz doen over:
werkwoorden, zelfstandig naamwoorden, lidwoorden,
voorzetsels en bijvoeglijk naamwoorden.

Na de quiz een individuele opdracht via Teams.

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Goedemorgen klas 1A
We gaan een quiz doen over:
werkwoorden, zelfstandig naamwoorden, lidwoorden,
voorzetsels en bijvoeglijk naamwoorden.

Na de quiz een individuele opdracht via Teams.

Slide 1 - Diapositive

Weet iedereen nog wat daarmee bedoeld wordt?

werkwoorden, zelfstandig naamwoorden, lidwoorden,
voorzetsels en bijvoeglijk naamwoorden

Slide 2 - Diapositive

Lopen, nakijken, gapen, skateboarden en invullen zijn voorbeelden van:
A
bijvoeglijk naamwoorden
B
lidwoorden
C
zelfstandig naamwoorden
D
werkwoorden

Slide 3 - Quiz

Welke woorden zijn werkwoorden?
A
boek, schrift, vakantie
B
huilen, dansen, spelen
C
bouwvakker, lasser, timmerman

Slide 4 - Quiz

Wat zijn de werkwoorden in deze zin?
A
wij zullen
B
zullen tegenkomen
C
niet tegenkomen
D
zullen haar

Slide 5 - Quiz

Hoeveel werkwoorden?
Jan heeft de baby de fles gegeven
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quiz

Mensen, dieren, dingen, planten, namen en begrippen zijn:
A
zelfstandig naamwoorden
B
bijvoeglijk naamwoorden
C
werkwoorden
D
bezittelijk voornaamwoorden

Slide 7 - Quiz

MAN, AUTO, SCHOOL, KIND
Dat zijn ............
A
werkwoorden
B
lidwoorden
C
telwoorden
D
zelfstandig naamwoorden

Slide 8 - Quiz

Zelfstandig naamwoorden zijn dingen die je kunt doen.

A
ja
B
nee

Slide 9 - Quiz

Hoeveel zelfstandig naamwoorden staan er in de zin:
De katten renden de muizen achterna toen die de kazen meenamen.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 10 - Quiz

Welk rijtje bevat alleen maar zelfstandig naamwoorden?
A
prinses, kikker, een
B
Amsterdam, reizen, computer
C
ridder, poort, Rome
D
boeken, gebruiken, agenda's

Slide 11 - Quiz

De, dat, een
zijn lidwoorden.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

In, naast, tijdens, op en achter zijn voorbeelden van
A
hoofdtelwoorden
B
voorzetsels
C
zelfstandig naamwoord
D
bijvoeglijk naamwoorden

Slide 13 - Quiz

Wat geven voorzetsels vaak aan?
A
Plaats
B
Hoeveelheid
C
Reden
D
Tijd

Slide 14 - Quiz

Wat zijn voorzetsels?
A
de, het, een
B
in, voor, achter
C
raam, deur, wand
D
voorlezen, voorspelen, voorzeggen

Slide 15 - Quiz

Vul het goede voorzetsels in:
Mohamed luistert graag ______ muziek.
A
op
B
naar
C
in
D
van

Slide 16 - Quiz

Wat zijn de voorzetsels in deze zin?
A
hij - naar
B
via - de
C
via - naar
D
hij - de

Slide 17 - Quiz

Hoeveel voorzetsels staan in deze zin?

Morgen gaat Tatum op de fiets naar het park.
A
1
B
2
C
3
D
Geen

Slide 18 - Quiz

Waar zegt het bijvoeglijk naamwoord iets over?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Bijwoord
C
Werkwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 19 - Quiz

Waar staat het bijvoeglijk naamwoord meestal?
A
achter het zelfstandig naamwoord
B
voor het zelfstandig naamwoord

Slide 20 - Quiz

Jan heeft een nieuwe auto gekocht.
A
auto is bijvoeglijk naamwoord
B
Jan is bijvoeglijk naamwoord
C
nieuwe is bijvoeglijk naamwoord

Slide 21 - Quiz

De brand heeft het oude boerderijtje verwoest.
______________
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
voorzetsel

Slide 22 - Quiz

De brand heeft het oude boerderijtje verwoest.
_______
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
voorzetsel

Slide 23 - Quiz

De brand heeft het oude boerderijtje verwoest.
________
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
voorzetsel

Slide 24 - Quiz

Welk onderdeel vind jij nog lastig?
A
lidwoorden
B
zelfstandig naamwoorden
C
bijvoeglijk naamwoorden
D
werkwoorden

Slide 25 - Quiz

Huiswerk

Testje maken in Teams
10 vragen.
Inleveren voor 16.00 uur.
Huiswerk inhalen:

Melissa
Sepp
Thijs
Lizzy
Fatima
Cas
Noortje
Jeroen

Slide 26 - Diapositive

Gedichtenposter
Melissa
Sepp
Tijs
Lizzy
Fatima
Cas
Noortje
Nieuwe Nikes
Sepp
Jeroen
Tijs
Noortje
Fatima

Slide 27 - Diapositive

Sneeuwgedicht
Sepp
Jeroen
Noortje
Fatima
Melanie
Cas
Avondklok

Slide 28 - Diapositive