Meester de verleden tijd: Uitzonderingen en regels

Past Simple
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Past Simple

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de regels en uitzonderingen van de Past Simple in het Engels uitleggen en toepassen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over de verleden tijd in het Engels?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de verleden tijd?
De verleden tijd wordt gebruikt om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurd.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Regelmatige werkwoorden
Bij regelmatige werkwoorden voeg je -ed toe aan de infinitief om de verleden tijd te vormen.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitzonderingen op -ed regel
Sommige werkwoorden hebben uitzonderingen in de vorming van de verleden tijd, zoals 'go' wordt 'went' in plaats van ' goed'.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onregelmatige werkwoorden
Onregelmatige werkwoorden hebben geen vaste regel voor de vorming van de verleden tijd en moeten apart worden geleerd.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefening: Reguliere werkwoorden
Vul de juiste vorm van het werkwoord in de verleden tijd in de zin in.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefening: Uitzonderingen
Kies het juiste werkwoord in de verleden tijd voor elke zin.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefening: Onregelmatige werkwoorden
Vul de verleden tijd van de gegeven onregelmatige werkwoorden in.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Veelvoorkomende signaalwoorden
Veelvoorkomende signaalwoorden voor de verleden tijd zijn 'yesterday', 'last week', 'two days ago', enzovoort.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefening: Signaalwoorden
Vul de juiste vorm van het werkwoord in de verleden tijd in op basis van de gegeven signaalwoorden.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Quizvraag 1
Wat is de verleden tijd van 'to play'?

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Quizvraag 2
Wat is de uitzondering in de verleden tijd van 'to go'?

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Quizvraag 3
Geef een voorbeeld van een onregelmatig werkwoord in de verleden tijd.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Quizvraag 4
Wanneer gebruiken we vaak de verleden tijd in het Engels?

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Quizvraag 5
Wat is de verleden tijd van 'to eat'?

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Quizvraag 6
Wat is de verleden tijd van 'to buy'?

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Quizvraag 7
Wat is de verleden tijd van 'to swim'?

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Quizvraag 8
Wat is de uitzondering in de verleden tijd van 'to think'?

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Quizvraag 9
Wat is de verleden tijd van 'to write'?

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Quizvraag 10
Hoe zou je de verleden tijd vormen van het werkwoord 'to study'?

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 23 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 24 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 25 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.