1C 10 mei

Welkom
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom

Slide 1 - Diapositive

Vandaag


  •  Groepskahootquiz en prijsuitreiking
  • Uitleg signaalwoorden 
  • Opdrachten signaalwoorden
  • Uitleg instructie schrijven
  • Aan de slag met de instructie schrijven in tweetallen 


Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je herkent en benoemt de signaalwoorden uit de tekst.
  • Je kunt in tweetallen een instructie schrijven.
  • Je weet wat een instructie is. 
  • Je weet hoe je een instructie moet schrijven. 
 


Slide 3 - Diapositive

Herhaling vorige les

In de vorige les hebben we geoefend met het schrijven van een instructie over een lekkernij. 

Slide 4 - Diapositive

Instructie

Bij een instructie leg je iemand uit hoe je iets moet doen. 
Het is belangrijk dat je de informatie in een logische volgorde opschrijft. 

Slide 5 - Diapositive

Een instructie schrijven

Wanneer je een intstructie gaat schrijven is het belangrijk om te bedenken in welke volgorde je de informatie zet.

Met welke informatie begin je?
Welke informatie schrijf je daarna?
Met welke informatie eindig je?

Slide 6 - Diapositive

                                                      Opdracht 1




Kijk naar de instructie hiernaast. Het is een instructie voor een spel met een fles.

Zet de verschillende stappen in een logische volgorde zodat er een duidelijke instructie ontstaat. 

Bedenk een leuke titel voor het spel.

Speluitleg
1) Ga in een kring om de fles zitten.
2) Schrijf de opdracht op een papiertje en rol hem op.
3) Voer de opdracht uit die op het papiertje staat.
4) Draai de fles rond tot hij stopt.
5) Bedenk allemaal een opdracht.
6) Degene naar wie de fles wijst, pakt een papiertje uit de fles.
7) Stop de opdrachten in een fles.

Slide 7 - Diapositive

Een instructie schrijven 
Een instructie schrijf je in de gebiedende wijs, dat betekent dat de meeste zinnen beginnen met een werkwoord (doe-woord). 

Soms is het ook belangrijk dat je bepaalde dingen nodig hebt, de ingredienten of benodigdheden. Hiervoor maak je een lijstje. 

Bij een instructie moet je ook aandacht besteden aan hoe je tekst eruit ziet, de lay-out. Schrijf korte en duidelijke zinnen, maak gebruik van plaatjes, gebruik een titel en kopjes. 

Slide 8 - Diapositive

Stappenplan instructie schrijven
  • Bedenk een titel die goed past bij je instructie. 
  • Leg je informatie in een logische volgorde in stappen uit. 
  • Maak de stappen herkenbaar door gebruik te maken van cijfers, bolletjes of streepjes.
  • Voeg een ingredientenlijst of benodigdhedenlijst toe. 
  • Maak gebruik van signaalwoorden zoals: eerst, daarna, vervolgens, ten slotte.
  • Begin de verschillende stappen met werkwoorden, doe-woorden, zoals: pak, neem, maak, leg, bak, enz.
  • Maak gebruik van plaatjes en/of foto's.
  • Gebruik korte zinnen.

Slide 9 - Diapositive

Signaalwoorden


- Ik ga eerst naar school, dan ga ik huiswerk maken, vervolgens ga ik paardrijden en tenslotte speel ik een spelletje.




Slide 10 - Diapositive

Instructie schrijven en filmen
Instructie schrijven en filmen


Wat moet je doen?

Je gaat in een tweetal een instructie schrijven in Powerpoint, waarbij je doe-woorden en signaalwoorden gebruikt. 























Slide 11 - Diapositive

Instructie schrijven en filmen
Bijvoorbeeld

· Verwarm eerst de oven voor op 200 graden Celcius.
· Pak vervolgens de melk en twee eieren uit de koelkast.
enz.
Je mag zelf het onderwerp bepalen. Bijvoorbeeld je bed opmaken, de kattenbak verschonen. 

Slide 12 - Diapositive

Instructie schrijven en filmen
1. Je bedenkt een recept voor een heerlijke taart of cake. Schrijf een instructie voor iemand die ook graag jouw taart/cake wil maken.

2. Een tosti is erg lekker voor de lunch. Schrijf een instructie voor iemand die ook graag een tosti wil leren bakken.
3. Het is over een paar maanden kerst! Dus dat betekent dat de kerstboom weer opgezet moet worden. Schrijf een instructie over hoe je een kerstboom het beste kunt opzetten.
4. Over een aantal maanden gaan we weer knallend het nieuwe jaar in. Schrijf een instructie over hoe je op een veilige manier vuurwerk kunt afsteken.
5. Misschien heb je zelf wel geleerd om een fietsband te plakken. Je kan het een ander ook leren. Schrijf een instructie voor iemand die zelf ook wil leren. 



Slide 13 - Diapositive

Instructie schrijven en filmen

Let op!
Instructies waarbij je iets gaat koken of bakken staan vaak al op de verpakking. Dat is dus niet zelfgeschreven.

Hoe moet je de opdracht maken?
In tweetallen. Jullie schrijven de instructie uit in Powerpoint en filmen deze.

Slide 14 - Diapositive

Instructie schrijven en filmen
Eisen (leerdoelenkaart volgt)
- De instructie moet duidelijk en volledig zijn.
- Er moeten signaalwoorden worden gebruikt.
- Er moeten doe woorden worden gebruikt.
- De instructie bevat minimaal vijf stappen.
- De instructie moet foutloos worden geschreven (zonder spellings-, typ- en leestekenfouten)

Slide 15 - Diapositive

Instructie schrijven en filmen

In de lessen voor de opdracht wordt er in de klas geoefend met het herkennen en schrijven van verschillende instructies.

Inleverdatum en duur filmpje volgen. 

Beoordeling:
Cijfer op de uitgeschreven instructie en het filmpje

Slide 16 - Diapositive

Presentatie boekverslagen
Je hebt drie boeken gelezen en hier ook drie boekverslagen bij ingeleverd. Jullie gaan in 1:30 tot 2 minuten over deze drie leesboeken vertellen.

Je kunt er een 4,0, een 6,0 of een 8,0 op halen. Dit wordt je vierde deelcijfer. Van deze vier deelcijfers wordt een gemiddelde van berekend en dit wordt je cijfer in Magister.

Slide 17 - Diapositive

Presentatie boekverslagen
Jullie maken een PowerPointpresentatie (of Prezi o.i.d.). en vertelt:
Dia 1: Inleiding: Wie ben je en waar gaat je presentatie over?
Dia 2: Inhoudsopgave
Dia 3: welke drie leesboeken heb je gelezen en welke auteurs hebben de boeken geschreven. (plaatjes van alle drie de boeken is wel een vereiste) + zeer korte samenvatting per boek (paar zinnetjes is voldoende).
Dia 4: welk leesboek je het minst leuk vond en argumenten daarbij noemen.
Dia 5: welk leesboek je het leukst vonden en argumenten daarbij noemen.
Dia 6: Afsluiting/conclusie.

Slide 18 - Diapositive

Presentatie boekverslagen
Je krijgt hier drie lesuren voor. 

 eisen
 De presentatie moet weinig tekst bevatten. Eventueel alleen wat steekwoorden. Geen zinnen, want dan wordt het voorlezen. 
Je moet het verhaal uit je hoofd vertellen, dus niet voorlezen vanaf een papiertje.
In de presentatie horen geen taalfouten.
De presentatie heeft een duidelijke opbouw.
Je kijkt de klas in en bent duidelijk verstaanbaar. 





Slide 19 - Diapositive

Aan de slag

Je mag nu in tweetallen een instructie maken. Dit is huiswerk voor de volgende keer. Dan ga je het presenteren. 

Slide 20 - Diapositive

Lesdoelen checken
• Ik herken en benoem de signaalwoorden uit de tekst.
• Ik heb met een klasgenoot een instructie geschreven. 

Slide 21 - Diapositive

Hoe vonden jullie deze les?

Wat heb je geleerd vandaag?

Wat vond je leuk aan deze les?

Slide 22 - Diapositive

Volgende les
Presentaties instructies om te oefenen. 

Slide 23 - Diapositive