Verschillende Wijnstijlen

• MBO

Verschillende Wijnstijlen

Leerdoelen

• Aan het einde van de les kun je de hoofdcategorieën van wijn benoemen.
• Aan het einde van de les kun je de kenmerken van verschillende wijnstijlen beschrijven.
• Aan het einde van de les kun je het productieproces van wijn uitleggen.
• Aan het einde van de les kun je enkele voorbeelden van wijnstijlen en hun oorsprong noemen.

Wat weet je al over verschillende wijnstijlen?

Welke Engelse woorden gebruik je om de rode wijn aan de gast aan te bevelen?

Wat mag de fles wijn kosten als je hem zelf lekker vind 😊

Verkoopprijs

Stel je voor je zit op een terras.

Je bestelt een wijn en het glas is vies,

wat zeg je tegen de ober?

(ww. = traer) 

Hoeveel glazen schenk je uit een fles wijn?

Hoofdcategorieën van wijn

• Rode wijn: gemaakt van blauwe druiven
• Witte wijn: gemaakt van witte of soms blauwe druiven
• Rosé wijn: meestal van blauwe druiven met korte schilweking
• Mousserende wijn: met koolzuurgas, vaak door tweede gisting
• Versterkte wijn: extra alcohol toegevoegd, zoals bij port en sherry

Kenmerken van wijnstijlen

• Smaakprofielen
• Productiemethoden
• Regio's van oorsprong

Productieproces van wijn

• Van druif tot fles

Voorbeelden van wijnstijlen en oorsprong

• Specifieke wijnstijlen en hun oorsprong noemen

Definitielijst

• Rode wijn: gemaakt van blauwe druivensoorten, kleur ontstaat door contact met druivenschillen.
• Witte wijn: gemaakt van witte of soms blauwe druivensoorten, geen contact met schillen.
• Rosé wijn: meestal van blauwe druiven met korte schilweking, krijgt een roze kleur.
• Mousserende wijn: wijn met koolzuurgas, vaak verkregen door tweede gisting.
• Versterkte wijn: extra alcohol toegevoegd, zoals bij port en sherry.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.