HAVO 3 De vergelijkingen in het Frans

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Comment ça va
aujourd'hui?


Bien? 👍🏼  Moyen? 👋🏻  Pas bien?👎🏻
Prenez vos affaires

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Lien

Page 58

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Comparaison
Vergrotende trap (+):        Paolo est plus fort que Marita.
Verkleinende trap (-):       Paolo est moins fort que Marita.
Vergelijkende trap (=):     Paolo est aussi fort que Marita.

> In het Frans moet je het bijvoeglijk naamwoord aanpassen
   aan mannelijk/vrouwelijk + enkelvoud/meervoud. 
Je vergelijkt (twee) dingen met elkaar

Slide 6 - Diapositive

Hoe maak je een vergelijking
in het NL? Geef voorbeelden.

Slide 7 - Carte mentale

Noem voorbeelden
van bijvoeglijk naamwoord
in het Nederlands.

Slide 8 - Carte mentale

Noem voorbeelden van
bijvoeglijk naamwoorden
in het Frans

Slide 9 - Carte mentale

Vergelijking:
meer dan
Vergelijking:
evenveel als 

Vergelijking:
minder dan
moins ... que
aussi ... que
plus (bijv. nw) que

Slide 10 - Question de remorquage


Welke Franse zin is de correcte vertaling?
Die kat is kleiner dan een hond.

A
Ce chat est plus petit qu'un chien
B
Ce chat est plus petite qu'un chien
C
Ce chat est aussi petit qu'un chien

Slide 11 - Quiz


Die boeken zijn beter dan die films.
A
Ces livres sont plus mieux que ces films
B
Ces livres sont meilleurs que ces films
C
Ces livres sont aussi mieux que ces films

Slide 12 - Quiz

Maak de vergelijking:
Anna est (+groot) Michèl

Slide 13 - Question ouverte

Maak de vergelijking:
Anna est (-groot) Michèl

Slide 14 - Question ouverte

Maak de vergelijking:
Anna et Sara sont (+/- groot) Michèl

Slide 15 - Question ouverte


Je l'ai compris!
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Sondage

  À faire                  Ch. 6
  • Werken aan je praktische opdracht
  • Slim stampen bron D en H

  • Wil je opdrachten grammaire maken? 
      Kies er dan twee uit, zie hieronder!

Page  58   |    Exercices: 15-18       |      20   minutes
timer
20:00

Slide 17 - Diapositive


 Quiz              


  • Kies je groep... en vul de blaadjes in.
  • Voor de winnaar iets leuks vrijdag!

   20   minutes

Slide 18 - Diapositive