VP Rekenen les 3

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oplossen

Slide 7 - Carte mentale

waar denk je aan bij oplossen, probeer in 1 woord

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1% oplossing =
10mg van een bepaalde stof in 1 ml
dus 10 mg/ml 

Slide 10 - Diapositive

Dit is een regel!!!
In het kleine kopje past een hoeveelheid van 200 ml thee, daar moet 1 klontje suiker in.
In de grote kop past een hoeveelheid van 600 ml . Hoeveel suikerklontjes gaan daarin om de thee net zo zoet te maken als in het kleine kopje?

Slide 11 - Question ouverte

x3
In 1 ml van een 1%-oplossing zit 10 mg (bv suiker of zout of wat dan ook) opgelost…

Hoeveel mg zit er dan in 2ml?


Slide 12 - Diapositive

Dan zit in 2 ml 2 X 10 mg opgelost = 20 mg…
Hoeveel mg zit er dan opgelost bij 5ml, 10ml en 298ml?

Slide 13 - Question ouverte

  • 5 ml = 50mg per 5ml
  • 10ml = 100mg per 10ml
  • 298ml= 2980mg per 298ml
Bij een 1%-oplossing zit er 10 mg/ml
Hoeveel mg stof zit er opgelost in 1 ml met een 6%-oplossing?

Slide 14 - Diapositive

Hoeveel mg stof zit er opgelost in 1 ml met een 6%-oplossing?
 6 X 10 mg = 60 mg (per ml) 

Hoeveel mg stof zit er opgelost in 1 ml met een 23%-oplossing?

Slide 15 - Diapositive

Hoeveel mg stof zit er opgelost in 1 ml met een 23%-oplossing?
23 X 10 mg = 230 mg (per ml)

timer
5:00

Slide 16 - Diapositive

Wat, waar, wanneer, wie, waarom
Jullie gaan nu 5min zelfstandig aan de slag. De mensen van deel 2 gaan oefenen met deze opgave op deze dia. Ik heb een bonus vraag toegevoegd die vind je als je doorklikt na pauze. Het is nu ...uur over 15min
De mensen van VP deel 1 gaan aan de slag met Zuurstof. Staat als paars aangegeven. Ga oefenen met formules en maak de sommen door op het oog te klikken juiste antwoord.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5 X 30 = 150 liter zuurstof
150 : 2 = 75 BAR

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

45 X 3 = 135 liter zuurstof
De voorraad zuurstof is 2 X 280 = 560 liter
560 ltr : 4 (ltr p min) = 140 minuten

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

2 x 10 mg = 20mg/ml X 2 = 40 mg (in 2 ml!)
7 X 10 mg = 70 mg/ml X 4 = 280 mg (in 4 ml!)
In de kast staat een fles met een 35%-oplossing.
Je hebt 10 ml nodig met een sterkte van 7%
Hoeveel ml gebruik je van de voorraad?
Met hoeveel ml water vul je dat aan?

Slide 22 - Question ouverte

(7 : 35 =) 0,2 X 10 = 2 ml gebruiken we van de voorraad
10 – 2 = 8 dus we moeten nog met 8 ml water aanvullen

Wat zou je nog willen leren van verpleegkundig rekenen deel1

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vonden jullie van de werkvorm die ik vandaag gebruikt heb?

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar vind je dat ik meer tijd aan mag besteden tijdens de les?

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

ChillRoom

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions