week 46, 2e klas, les1 (Bijvoeglijk nw, Partie D, Schrijven)

1 / 31
suivant
Slide 1: Vidéo interactive avec 1 diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

1

Slide 1 - Vidéo

02:59
Cette chanson (liedje) s'appelle 'BELLE'.
Wat betekent Belle?

Slide 2 - Question ouverte

Bonjour! 
Aujourd'hui 
nous sommes 
(le jour) (la date) (le mois)
semaine 46
cours 1

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Départ
  1. Début du cours

  2. Grammaire
    - Bijv nw uitleg
  3. Au travail
    - Partie D
    - Portfolio
  4. Fin du cours
    Réflexion + quiz?


(10m)

(25m)

 (20m)

(10m)

GRAMMAIRE/ VOCA
(D)ÉCRIRE

Slide 5 - Diapositive

Het bijvoeglijk naamwoord
  • swfes
La fille est petite
Le garçon est petit
Les filles sont petites
Wat betekent het woord petit?
Hoe wordt dit woord in de 3 zinnetjes vertaald?

Slide 6 - Diapositive

Het bijvoeglijk naamwoord

zegt iets over een zelfstandig naamwoord
Mon frère est grand           Mijn broer is groot





past zich in het Frans aan aan het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort

Slide 7 - Diapositive

Welk woord in deze zin is een bijvoeglijk naamwoord?

Paris est une belle ville
A
Paris
B
belle
C
ville
D
une

Slide 8 - Quiz

Welk woord in deze zin is een bijvoeglijk naamwoord?

C'est une chanson française
A
une
B
c'est
C
chanson
D
française

Slide 9 - Quiz

Hoe past het bijv. naamwoord zich aan? Oef 16

Slide 10 - Diapositive

Een paar voorbeelden...

Slide 11 - Diapositive

Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een vrouwelijk zelfst nw krijgt een extra ...
A
e
B
s
C
es
D
niets

Slide 12 - Quiz

Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een mannelijk zelfst nw krijgt dus
A
niets erbij
B
een extra e
C
es erbij
D
s erbij

Slide 13 - Quiz

Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een mannelijk zelfst nw in meervoud krijgt
A
niets erbij
B
es
C
s
D
e

Slide 14 - Quiz

Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een vrouwelijk zelfst nw in meervoud krijgt
A
s
B
niets erbij
C
es
D
e

Slide 15 - Quiz

Kies het juiste antwoord:
Léa est une fille _____ (blond)
A
blonde
B
blond

Slide 16 - Quiz

Kies het juiste antwoord:
La maison est très _______ (grand)
A
grande
B
grand
C
grands
D
grandes

Slide 17 - Quiz

         Sommige bijvoeglijke naamwoorden zijn onregelmatig!
 Daarbij gelden NIET de regels die je net hebt gezien.






Het gaat om de volgende bijvoeglijke naamwoorden:
  • bon          (goed, lekker)
  • beau        (mooi)
  • nouveau (nieuw)
  • vieux        (oud)

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Wat is de goede vorm:

C'est une .........(beau) voiture (vr).
A
beau
B
belle
C
beaux
D
belles

Slide 20 - Quiz

Partie D
We kijken samen naar oefening 16
Maak 16, c, d, e
timer
1:00

Slide 21 - Diapositive

PLAATS
Het is een grijze kat.                                   C'est un chat gris.
Het is een schattig konijn.                            C'est un lapin adorable.

Wat valt je op?

Slide 22 - Diapositive

PLAATS
Het is een grijze kat.                                   C'est un chat gris.
Het is een schattig konijn.                            C'est un lapin adorable.

Wat valt je op?
* In het Nederlands staat het bijvoeglijk naamwoord altijd VOOR het zelfstandig naamwoord.
* In het Frans staat het er meestal juist ACHTER.

Slide 23 - Diapositive

Uitzonderingen
De volgende bijvoeglijk naamwoorden staan in het Frans altijd VOOR het zelfstandig naamwoord
bon                            vieux
grand                          petit
beau                          nouveau



Slide 24 - Diapositive

4. AU TRAVAIL
  1. BIJVOEGLIJK NW:
    -  Chapitre 2 tm Partie D  tm 18
    - Portfolio p.17, 18 ,19

  2. ÉCRIRE 
    -HAVO: 18b
    - VWO Partie D: 19a

  3. Vul lesreflectie in.
timer
10:00

Slide 25 - Diapositive




Décris-toi en six phrases (nom, nationalité, physique (uiterlijk), caractère, famille, animal). Utilise au moins six adjectifs.
Bonjour.

Je m'appelle...
Je suis néerlandais(e), marocain(e)
J'ai treize ans
J'ai les cheveux bruns/blonds/roux
J'ai les yeux bleus/verts/bruns
Je suis sympa/gentil(le)
J'ai une soeur, elle est petite
J'ai un frère, il est grand
Je suis enfant unique
J'ai un chien/Je n'ai pas d'animal domestique

Au revoir
PARTIE D: 18 b

Slide 26 - Diapositive



Salut, je m’appelle Sandrine.
  
 J’ai les cheveux bruns et les yeux bleus. Je suis grande. Je mesure 1 mètre 70. Je fais du foot. Mon équipe est très bonne. J’ai un frère. Il s’appelle Bastien. Il est adorable. 
Et toi, tu es comment? Tu fais du sport? Tu as des frères et soeurs? Tu as un animal domestique?


Réponds-moi vite,
Sandrine 
PARTIE D: 19 A

Slide 27 - Diapositive



Bonjour/Salut Sandrine,
1. Je m'appelle...., j'ai treize ans, je suisun garçon/une fille. J'ai les cheveux blonds et les yeux verts
2. Oui, je joue au tennis. Je fais aussi de la natation, c'est cool!
3. J'ai un frère, David. Il est gentil.
    J'ai une soeur, Marie. Elle est gentille
4. Oui, j'ai un chien. Il s'appelle Bo.
Non, je n'ai pas d'animal domestique.
Au revoir/Salut,
Kassandra



PARTIE D: 19 A

Slide 28 - Diapositive

Fin: Devoirs

1. Faire Chapitre 2
- Bijv nw: Portfolio p. 17 -19
- Partie A tm D (16 tm 18)
18 B VOOR DE TOETS!!
2. Apprendre 
- voca Partie A tm D
RÉFLECTION DU COURS!!



Slide 29 - Diapositive

au prochain cours!

Slide 30 - Diapositive

  • Partie A - G
  • Daarna 2x rondes

Slide 31 - Diapositive