Begrippen toepassen op statiegeld op blikjes

th1
uitleg: we herhalen de begrippen   
maken: opdrachten bij de tekst
Wat gaan we deze les doen?
Lezen hoofdstuk 1 t/m 5
les 2,3,4
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

th1
uitleg: we herhalen de begrippen   
maken: opdrachten bij de tekst
Wat gaan we deze les doen?
Lezen hoofdstuk 1 t/m 5
les 2,3,4

Slide 1 - Diapositive

Doelen
Ik kan het onderwerp van de tekst benoemen
Ik kan de hoofdgedachte benoemen.
Ik kan de tussenkopjes benoemen
Ik weet waar ik de bron kan vinden en wat voor bron het is.
Ik weet of de tekst een tweedeling of een driedeling is.
Ik weet wat voor tekstsoort het is en welk tekstdoel
Ik kan de kernzin aanwijzen.
Ik weet wat verwijswoorden woorden zijn.
Ik weet wat een signaalwoord is en welk tekstverband daarbij hoort.

Slide 2 - Diapositive

Tekst: nu ook statiegeld op blikjes

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Waar ging de tekst ook alweer over?

Slide 6 - Question ouverte

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 7 - Question ouverte

Wat is de hoofdgedachte van de tekst?

Slide 8 - Question ouverte

Hoeveel tussenkopjes heeft deze tekst?

Slide 9 - Question ouverte

Wat is de bron van dit artikel
en wat voor soort bron is dat?

Slide 10 - Question ouverte

Is deze tekst een tweedeling of een driedeling?

Slide 11 - Question ouverte

Wat is het doel van deze tekst?

Slide 12 - Question ouverte

Wat is de kernzin van alinea 2 (direct inleveren)

Slide 13 - Question ouverte

Wat is een verwijswoord?

Slide 14 - Question ouverte

leertekst verwijswoorden

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

oefenen met verwijswoorden
Zoek in alinea 4 (flesjes en blikjes in de natuur) alle verwijswoorden (8 stuks). Omcirkel ze in je tekst.

Verwijswoorden: Ze verwijzen naar één of meer woorden in de tekst, soms zelfs naar een hele zin


Slide 17 - Diapositive

antwoorden

Slide 18 - Diapositive

Wat is een signaalwoord?

Slide 19 - Question ouverte

Welke tekstverbanden ken je?

Slide 20 - Question ouverte

even herhalen
opsomming            tegenstelling        tijdsvolgorde       conclusie

Slide 21 - Diapositive

opsommend tekstverband
Opsomming
Signaalwoorden: en, ook, verder, ten eerste/ten tweede, in de eerste plaats/in de tweede plaats, daarnaast, bovendien, vervolgens, ten slotte, als laatste.
Voorbeeld: daarnaast houd ik ook veel van boerenkool en vissticks.

Slide 22 - Diapositive

zoek in alinea 6 de signaalwoorden van het opsommend tekstverband (zet er een streepje onder)

Slide 23 - Diapositive

antwoorden

Slide 24 - Diapositive

tegenstellend tekstverband

Slide 25 - Diapositive

zoek in alinea 5 de signaalwoorden die bij een tegenstelling horen

Slide 26 - Diapositive

antwoorden

Slide 27 - Diapositive

tijdsvolgorde

Slide 28 - Diapositive

zoek in alinea 1 de signaalwoorden die horen bij tijdsvolgorde

Slide 29 - Diapositive

antwoorden

Slide 30 - Diapositive

concluderend verband

Slide 31 - Diapositive

Zoek in alinea 3 naar het signaalwoord dat een conclusie aangeeft

Slide 32 - Diapositive

antwoord

Slide 33 - Diapositive

zoek nu nog meer signaalwoorden die bij de volgende tekstverbanden horen (gebruik de hele tekst)

Slide 34 - Diapositive

bespreken

Slide 35 - Diapositive

Welk doel vind je lastig?

Slide 36 - Question ouverte