1.3

Havo 4
1.3 De eerste steden
Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
-hoe de eerste steden ontstonden.
- welke groepen er ontstonden in de landbouwstedelijke samenlevingen.
-welke politieke ontwikkelingen plaatsvonden.
- welke culturele ontwikkelingen plaatsvonden.
KA: - Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Havo 4
1.3 De eerste steden
Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
-hoe de eerste steden ontstonden.
- welke groepen er ontstonden in de landbouwstedelijke samenlevingen.
-welke politieke ontwikkelingen plaatsvonden.
- welke culturele ontwikkelingen plaatsvonden.
KA: - Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen

Slide 1 - Diapositive

1.3 De eerste steden
Het ontstaan van steden.
Het ontstaan van steden.
Rond 6500 v.C was Catalhöyuk met zo'n 10.000 inwoners de grootste nederzetting in de prehistorie. --> geen stad, omdat de inwoners van de landbouw leefden. Daken en stenen?

Slide 2 - Diapositive

1.3 De eerste steden
De landbouwstedelijke samenleving
De eerste steden ontstonden in Irak (Eufraat en de Tigris), een gebied dat Mesopotamië werd genoemd (tweestromenland).
 
Tussen 4000 v.C en 2000 v.C bouwden hier de Soemeriërs (migranten uit het zuiden) tientallen dorpen uit tot nieuwe steden met bestuursgebouwen, pakhuizen en tempels.

 Uruk was de grootste stad. (omstreeks 3000 v.C meer dan 50.000 inwoners).
Ook langs de Nijl (Egypte, de Indus (India) en de Gele rivier (China) begonnen dorpen uit te groeien tot steden.

Reconstructie van de poort van Eridu.

Slide 3 - Diapositive

1.3 De eerste steden
De landbouwstedelijke samenleving
De landbouwstedelijke samenleving
De eerste steden ontstonden doordat de grond langs de rivieren erg vruchtbaar was --> landbouwoverschot.
De Soemeriërs moesten het waterpeil gaan regelen. In het voorjaar mochten de rivieren niet overstromen en in de zomer moesten de grond bevloeid worden --> irrigatielandbouw.

--> Er ontstaat een elite die dit coördineert.


Slide 4 - Diapositive

1.3 De eerste steden
De landbouwstedelijke samenleving
In de landbouwsamenleving hielden boeren zich ook bezig met nijverheid. In de nieuwe steden specialiseerden mensen zich in een ambacht. --> ontstaan gespecialiseerde beroepen:
1. ambachtslieden (gespecialiseerd in een ambacht)
2. militairen (beschermen het volk)
3. priesters (onderhouden het contact met de goden)
4. ambtenaren (helpen bij het bestuur)
5. handelaren (kopen, vervoeren en verkopen van producten).
Steden waren afhankelijk van handel.
Het eiland Dilmu (Bahrein), was de belangrijkste markt in het Perzisch golfgebied. 

Slide 5 - Diapositive

1.3 De eerste steden
Politieke ontwikkelingen
Politieke ontwikkelingen
Uit de Soemerische steden (elite) kwam er 1 vorst naar voren. 
--> hield rekening met adviesraad van aanzienlijke mannen.
De rest van de bevolking waren onderdanen.
- In Egypte --> rond 3000 v. C één staat met één vorst.
- In Mesopotamië --> stadstaten (stad met het omliggende land). De koning was ook vaak de opperpriester.
Sociale hierarchië: -->
Met de belasting van de boeren/ slaven konden 
voorraden worden aangelegd en andere bevolkingsgroepen
uitbetaald worden.


Hammurabi was de koning van Babylonië (1792–1750 v.Chr.) en staat bekend om de door hem uitgevaardigde wetten. De code van Hammurabi is een van de oudste tot dusver gevonden wetboeken uit het antieke Mesopotamië, en samengesteld in ca. 1780 v.Chr.  

Slide 6 - Diapositive

1.3 De eerste steden
Culturele ontwikkelingen
Culturele ontwikkelingen
De Soemeriërs hadden een hoog ontwikkelde cultuur. Ze kenden nieuwe technieken  (wiel, strijdwagens) en nieuwe materialen (brons).

De Soemeriërs geloofden in verschillende goden (polytheïsme). Er waren enkele hoofdgoden (hemel, oorlog en seks) en honderden kleinere goden. Alles werd verklaard vanuit het handelen van de goden.
--> Veel kennis hierover door ontwikkeling van het schrift (3300-2900 v.C).
Uitvinding is een gevolg van de ingewikkelde organisatie van de steden (bijv. belasting). Vanuit een beeldschrift naar een abstract schrift.
Dankzij het schrift weten we meer over de belevingswereld, individuen en gebeurtenissen.

Spijkerschift op een stenen tablet uit het 3de millennium v.Chr.
Nagebouwde Ziggurat in Ur.
Hiërogliefenschrift, Egyptisch beeldschrift.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

1.3 De eerste steden
Aan de slag!
- Samen: oefenopdrachten via lessonup (1.3)!
-Opdrachten 1.3 in je werkboek

Klaar? 
-Tover de leerdoelen van dit hoofdstuk om tot vragen; kun je ze beantwoorden?
-Maak kaartjes?
-Mindmap? 
-Eigen tabel?

Slide 9 - Diapositive

VWO 4
1.3 De eerste steden
Bekijk de video voor een beknopte uitleg.

Slide 10 - Diapositive

De levenswijze van j-v
Ontstaan van landbouw(samenlevingen)
Ontstaan stedelijke gemeenschappen
Nomadisch bestaan
Bezit werd belangrijk; één kreeg meer bezit dan een ander.
Dieren werden gedomesticeerd
Sedentaire leefwijze
Specialisatie
Hiërarchische samenlevingen
Onderdeel van de natuur
Duidelijke rolverdeling 
Dorpen waren autarkisch
Sociale ongelijkheid
Elite
Belastingen
Schrift 

Slide 11 - Question de remorquage

Gebruik de tekst 'De landbouwstedelijke samenleving' en gebruik de 4 feiten.
A. In de samenleving ontstond een leidinggevende elite.
B. In de steden van de landbouwstedelijke samenleving leefde een minderheid van ambachten en handel.
C. Op de vruchtbare grond langs de rivieren produceerden boeren een overschot aan voedsel.
D. Voor de landbouw langs de rivieren moest het water geregeld worden met dijken, dammen en kanalen.


A
Feit A is een gevolg van feit B
B
Feit A is een gevolg van feit C.
C
Feit A is een gevolg van feit D.

Slide 12 - Quiz

Gebruik de tekst 'De landbouwstedelijke samenleving' en gebruik de 4 feiten.
A. In de samenleving ontstond een leidinggevende elite.
B. In de steden van de landbouwstedelijke samenleving leefde een minderheid van ambachten en handel.
C. Op de vruchtbare grond langs de rivieren produceerden boeren een overschot aan voedsel.
D. Voor de landbouw langs de rivieren moest het water geregeld worden met dijken, dammen en kanalen.


A
Feit B is een gevolg van feit A
B
Feit B is een gevolg van feit C.
C
Feit B is een gevolg van feit D.

Slide 13 - Quiz

Leg uit of afbeelding 1.12 (informatieboek) past bij het kenmerkende aspect van de paragraaf.

Slide 14 - Question ouverte

Zet de zinnen in de juiste volgorde.
1
2
3
4
In Egypte ontstaat 1 staat.
De eerste steden ontstaan in Mesopotamië.
Gilgamesj was koning van Uruk.
Catalhöyük is de grootste nederzetting ter wereld.

Slide 15 - Question de remorquage

Lees de tekst 'Het ontstaan van steden'. Sleep de kenmerken de juiste plaats.
Juist
Onjuist
Aan het einde van de prehistorie groeiden sommige dorpen uit tot steden.
De steden hadden veel bewoners waarvan de meesten boer waren.
De eerste steden ontstonden bij rivieren.
De eerste steden waren van de Soemeriërs in Mesopotamië.

Slide 16 - Question de remorquage

Gebruik de tekst 'Culturele ontwikkelingen'. Gebruik de 4 feiten.
A. De Soemeriërs hadden een bloeiende economie.
B. De Soemeriërs hadden een hoogontwikkelde cultuur.
C. De Soemeriërs hadden een ingewikkelde bestuursorganisatie.
D. De Soemeriërs ontwikkelden het spijkerschrift.
A
Feit a is een oorzaak van feit b.
B
Feit a is een oorzaak van feit c.
C
Feit a is een oorzaak van feit d.

Slide 17 - Quiz

Gebruik de tekst 'Culturele ontwikkelingen'. Gebruik de 4 feiten.
A. De Soemeriërs hadden een bloeiende economie.
B. De Soemeriërs hadden een hoogontwikkelde cultuur.
C. De Soemeriërs hadden een ingewikkelde bestuursorganisatie.
D. De Soemeriërs ontwikkelden het spijkerschrift.
A
Feit c is een oorzaak van feit a.
B
Feit c is een oorzaak van feit b.
C
Feit c is een oorzaak van feit d.

Slide 18 - Quiz