HA3c - Monday 24 January - final grammar item unit 3/ intro unit 4

• Engels
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welcome HA3c!

Planning:

• final grammar item explanation unit 3/lesson 5
• do: ex. 5, 6, 7 & 8 (p.120)
• homework

Make one sentence with can.

Make one sentence with COULD.

Pay attention to the sentences.

He has to  buy new football shoes for the training.

You must   be 18 years or older to hire a car in England.

Personally, I think you should finish your homework.

What have you noticed in all these sentences?

He has to buy new football shoes for the training.

Hij moet nieuwe voetbalschoenen kopen voor de training.

You must be 18 years or older to hire a car in England.

Je moet 18 jaar of ouder zijn om een auto te huren in Engeland.

You should finish your homework.

Je zou (eigenlijk) je huiswerk moeten afmaken.

Have to,  must,  should

Have to

> Gebruik je om aan te geven dat iets MOET. Het is INFORMEEL.

You have to  go to school.

Je moet naar school gaan.

Must 

> Gebruik je net als HAVE TO om aan te geven dat iets moet, maar must is FORMELER en DWINGENDER.
> Bij must is iets écht belangrijk, zoals regels & bevelen.

You must stop when you see a pedestrian walking on a crosswalk.

Je moet stoppen als je een voetganger ziet oversteken op een zebrapad.

Should

> Gebruik je bij adviezen.

> betekent: iets zou moeten.

You should go to the gym.

Je zou eigenlijk naar de fitness moeten gaan. 

What are you going to do? unit 3, lesson 5 -> ex. 5, 6, 7 & 8 (p.120)

• Why are you going to do it? practise grammar
  

How are you going to do it? individually

• Time it may take to finish it? 10-12 minutes
  

Who can help you? teacher

• Finished? ---> study (for upcoming test!)